(Prov. Blad van 1894 n°. 4.) is het bestuur opgedragen aan vijf
leden, die uit hun midden een Voorzitter benoemen en gekozen
worden recbtstreeks door de stemgerecbtigde ingelanden. 1)
DE MIDDELPOLDER, ONDER NIEUWERAMSTEL.
Gemeente: Nieuweramstel.
De Middelpolder onder Nieuweramstel, ook wel Amsteheensche
polder genaamd, ligt tusschen den Amstel en den Amstelveenschen
weg ten oosten en ten westen, en tusschen het Kleine Loopveld
of de Kalfjeslaan en het Groote Loopveld ten noorden en ten
zuiden.
Deze polder is nagenoeg geheel verveend en dat wel krachtens
twee concessien, de eerste van 20 Eebruari 1843, die voor den
tijd van 40, de tweede, die den 28aten Januari 1869 voor den
tijd van 25 jaar verleend werd. Hij bestaat daardoor uit twee
deelen: het bovenland liggende aan de zijden van den polder te-
gen de grenzen en het benedenland, dat ontstaan is door de ver-
vening, waarvan de laatste is afgeloopen in 1891, en dat daar-
na is drooggemaakt. Het vroegere Pancrassermeer is in de ver-
vening opgenomen.
De buitenwaterkeeringen zijn ten laste van het Heemraadschap
van den Amstel en Nieuweramstel, ofschoon de eigenaars van
gronden aan den Amstel en aan den Amstelveenschen. weg gedeel-
telijk door hoefslag in het onderhoud moeten voorzien.
Het benedenland wordt omgeven door een ringdijk, die geheel
ten laste van den polder, volgens opgave op 0.70 M. -|- A.P., wordt
onderhouden. Wel zijn bij de verdeeling der drooggemaakte
gronden na afloop der vervening ook de ringdijken daarin opgenomen
, doch de kruin ter breedte van zes meter en eenige opslagplaatsen
met de wegen werden door het polderbestuur voor-
behouden.
Nevens dezen ringdijk loopt eene ringvaart, die ten noorden
tegen het Kleine Loopveld of de Kalfjeslaan gelegen is en verder
het bovenland van de droogmakerij scheidt.
Onder deze ringvaart ligt een gedeeltelijk overwelfde duiker,
lang 38 M., breed 2.50 M., en hoog 3.25 M., die het water uit
het benedenland brengt in een gegraven en omdijkt toevoerkanaal,
loopende naar het stoomgemaal.
De bemaling van de droogmakerij geschiedt door dat stoomgemaal,
doch ook het water van de bovenlanden kan in het toevoerkanaal
gebracht worden en wordt dan door het stoomgemaal
uitgemalen. De duiker wordt dan vooraf afgesloten. De stoom-
machine staat bij de boerderij Rozenburg aan den Am,stel en slaat
daaiop uit. Zij werd in 1878 gesticht en heeft drie cylindfer-
vormige ketels met Galloway-buizen en ieder van 45 M2. verwar-
mingsoppervlak. De machine zelve bestaat uit twee horizontale
cylinders, ± 1 3 8 slagen makende en werkende op twee hevel-
centrifugaalpompen, gemiddeld samen 40 M3. water per minuut
kunnende opvoeren. De twee afvoerbuizen hebben ieder eene
doorsnede inwendig van 0.65 M.
Een windvijzelmolen staande bij de buurt over Ouderkerk wordt
in reserve gehouden voor de bemaling der bovenlanden. Hij slaat
uit op den Amstel. Vlueht 25.65 M.; middellijn van de vijzel
1.80 M.
Aan den Amsteldijk ligt eene schutsluis, die het water van
den Amstel in gemeenschap brengt met de bovenlanden van den
polder. Zij heeft eene doorvaartwijdte van 4.10 M. en eene schut-
kolklengte van 21 M., terwijl de boven- en beneden-slagdrempels
liggen op 1.69 en 1.65 M. — AP. In den dijk liggen bruggen
met vast houten dek.
Onder den Amstelveenschen-wg ligt een duiker om water in
de bovenlanden te brengen uit den Buitendijkschen Buiienvelder-
schen polder. Wanneer deze laatste polder last van water heeft,
dient deze duiker, op daartoe te doen verzoek, ook wel tot loo