/ 42.50 ’s jaars uit de kas des polders. De hoogte is 0.18
]yf A.P., evenals die van den Noorddijk. Deze loopt aan het
noordelijkst gedeelte van de oostzijde en aan de noordzijde des
polders längs de Zaan en de ringsloot van den Karnemelkspolder
en verder van het einde van den Lagedijk in Wormerveer eeTst
noord- en noordwestwaarts en vervolgens westwaarts tot den dijk
van de Nauernascke vaart, waarmede hij zieh bij Moltjesveer
vereenigt. Deze Noorddijk is voor rekening van den polder, be-
halve het gedeelte loopende van den straatweg te Wormerveer tot
den Lriesprong, dat door die gemeente is verbreed en onderhou-
den wordt tegen eene jaarlijksche tegemoetkoming uit de polder-
kas van f 100.
De Vaartdijk längs de Nauernascke Vaart is eigendom van
en wordt op 0.18 IM. ~| ' AP. onderhouden dooT den polder.
Hierop ligt een bepuind jaag- of voetpad.
De polder wordt bemalen door een stoomgemaal en twee vij-
zelwindmolens.
Het stoomgemaal Soetenboom genoemd, in 1873 gesticht,
staat aan den Westzaner-zeedijk te Zaandam en slaat uit op
de Voorzaan. Yroeger lag hier de Hornderd-uis. Het heeft
één Oornwall-ketel met een verwarmingsoppervlak van 55 M2.
De lagedrnk-machine van 23 WPK. brengt eene vijzel in bewe-
ging van 2.20 M. middellijn, die 100 M3. water per minuut kan
opbrengen.
De twee windvijzelmolens, genaamd ''t Leven en de Guit
staan de eerste te Zaandijk en de andere te Westzaan aan dè
Nauernascke vaart. Beide slaan uit op Schermerboezem en hebben
eene vlucht van 26 M. en eene vijzel van 2 M. middellijn.
De Karnemelkspolder is in de bemaling opgenomen volgens eene
overeenkomst laatst van 4 Juni 1884. (Zie hieronder bladz. 439.)
Tien schutsluizen geven toegang tot den polder:
in den Westzaner-zeedijk liggen er twee: de Eoogedijker- of
Jaapkaversluis en de sluis aan den Westzaner-Overtoom;
zes in den Lagedijk, als: - de Papepadsluis te Zaandam, de
Mallegatsluis tusseben Zaandam en Koog aan de Zaan, de Koogersluis
te Koog aan de Zaan, de Zaandijkersluis te Zaandijk, de
Zuider- en de Noorderslmis te Wormerveer-,
twee in den dijk van de Nauernascke vaart, de Noordscke
balk te Wormerveer en de Westzanershm te Westzaan.
Alle deze sluizen hebben 3 paar vloeddeuren, behalve de Noordscke
lalk, die er 2 paar heeft. Ebdeuren zijn nergens aan-
wezig.
Met het zeewater staan zij geen van alien meer in verband;
echter kunnen de deuren in den Westzaner-zeedijk het water kee-
ren tot 2.80 M. .+ AP.
De volgende zijn de afmetingen der sluizen:
Doorvaart- Schutkolklengte tnsschen Id. tussch. midd. Ligging
wijdte binnen- en middendeur. en buitendeur. slàgdrempel
M.^AP.
Hoogedijk. si. 4.36 M. 8.20 M. 12.20 M. 2.33M.
SI. Wz.Overt. 4.30 :n ' 9.30 // 12.10 // 2.40 »
Papepadsluis 4.57 » .15.95 // ; 12.— // 2.35 //
Mallegatsluis 5.35 // 8.45 // 13.70 // 2.52 *
Koogersluis 4.58 n 6.29 // 14.63 , / 2.39 //
Zaandijkersl. 4.60 u 10.50 ,/ 10.45 ,/ 2.41 //
Zuidersluis 3.85 u 6.15 // 9.65 // 2.41 //
Noordersluis 4.57 // 10.47 // 10.43 //. 2 36 //
Westzaan. si. 4.30 // 9.30 « 12.10 // 2.40 //.
Noords. balk 3.15 n tusschen de deuren 15.40 M. 2.26 //
Over de sluizen, den Westzaner-Overtoom, de Eoogedijker sluis
in den Westzaner-zeedijk en over de Zuidersluis te Wormerveer
liggen vaste bruggen. Over de zeven overigen draaibruggen, welke
behalve die in de Westzanersluis en de Noordscke lalk, allen als
rijbruggen zijn ingericht.
De Nauernascke sohutsluis en de duikersluis te Nauerna liggen
buiten het gebied van den polder.
De Horndersluis is sedert 1873 vervallen en dient sederi tot
voorwaterloop van het stoomgemaal Soetenboom. -