842 H e t N o o e d e r k w a r t ie r .
Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland
en Westfriesland is de ring van dat Hoogheemraadschap, binnen
welken de landen in de eerste plaats aan dat Hoogheemraad-
sehap schnldplichtig zijn, bepaald omsphreven.
Die ring nu oravat, beboudens eene kleine uitzondering, al
de landen tot de beide kavels: jOuinkavel en den kavel Vaterland
beboorende. Er is dus nu voldoende reden om bij de ver-
deeling van het binnendijksclije ländfle 1 gefi.oetnde kavels te ver-
eenigen onder de benaming van: de landen binnen den ring van
hei Hoogheemraadschap der Uitwaterende Sluizen in Kennemerland
en Westfriesland. [ \.\ ; .
Bij de beschrijving der binnen dien ring gelegen polders zullen
zij echter, om het overzicht gemakkelijker te maken, in twee
groepen gesplitst worden; A. de polders gelegen bewesten Wedfriesland,
het Noordhollandseh kanaal -bezuiden Alkmaar, het
Alkmaardermeer en de oude (grootendeels verlande) Krommenije
en B. de polders gelegen bezuiden deii Westfrieschefa dijk en
beoosten het Noordhollandsch kanaal bezuiden Älhmaar, het
Alkmaardermeer en de oude (grootendeels Verlande) Krommenije.
Beide groepen komen, voor zoöveel de daarin gelegen polders
betreft, overeen met de bovengenoemde kavels.
Intussehen is hierbij op drie punten te letten: :
1?. op de zooeven hedoelde uitzondering hierin bestaande dat
de Wijkerbroek niet in dien ring is begrepen. De. beschrijving
van dit waterschap zal gevoeglijkst opgenomen kunnen worden
bij die der wateTschappen binnen dien ring, aan welke het grenst;
2°. op den Sint-Aagtendijk, den Assenäelver-zeeäijk en den
Hoogendam bij Zaandam, vroeger als dijken tegen het I J bij de
Z e e w e m n g e n behandeld, thans slaperdijken, maar nog steeds
elk onder een eigen bestuur staande, die niet gezegd kunnen
worden binnen den bedoelden ring te liggen, maar zelf deelen
van dien ring uitmaken. Intusschen zijn de ondeThoüdsplichtjgen
van die dijken binnen dien ring te vinden en is er daarom geen
bezwaar die drie dijksbesturen in dezelfde paragraaf met de landen
binnen dien ring te behandelen; ! ■; ;
HET 'tsOOKDERKWAKTIER.
3°. op het feit, dat binnen den bedoelden ring ook begrepen
is de Zijpe, die tot de aangedijkte landen behoort, vroeger niet
schuldplichtig was aan de Uitwaterende Sluizen, maar bij het regiement
van 1881 binnen den ring der schuldplichtige landen is
getrokken.
Om het eigenaardig karakter van dit waterschap, als door be-
dijking aan het vasteland van het Noorderkioartier toegevoegd, is
het raadzaam geacht de beschrijving daarvan, evenals in de eerste
uitgaaf, op te nemen in het deel, waarin de aangedijkte landen
worden behandeld.
Als onderdeelen van het Noorderkwartier worden alzoo thans
aangenomen:
1°. JDe landen binnen den ring van het Hoogheemraadsehaja
van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en Westfriesland;
2°. Westfriesland; 3°. de aangedijkte landen.
Wat hun waterstaat aangaat, staan deze deelen wel is waar
op zieh zelf, maar zij hebben niettemin den gewichtig belang ge-
meen, te weten den Schermerboezem. Alvorens dus tot de be-
handeling van elk dier deelen afzonderlijk over te gaan, zal eene
paragraaf behooren gewijd te worden aan dien waterboezem en
het College onder welks bestuur hij is geplaatst.