tributie) aan de banne, omdat die meren uit eigen hoofde zijn
aangeslagen bi] het Hooglieemraadschap van den Hondsbossche en
bij den polder Geestmerambacht.
Buiten haar eigen aanslag betaalt deze banne aan het Hoog-
heemraadschap der TJitwaterende Sluizen nog een aanslag over
13.6856 H., die bniten de banne gelegen zijn, maar waarvoor
zij toch is aangeslagen. Die gronden behoorden vroeger tot een
poldertje, de Beverkoog, binnen den OosterdijJc in deze banne gelegen,
maar zijn door de bedijking van de lleerhugomaard daar-
van gescheiden en in dezen polder binnengedijkt.
Volgens het regiement van 1853 (Prov. Blad n°. 37) bestaat
het bestnur nit vijf leden, die uit hun midden een Voorzitter
kiezen. De bestuursleden worden reehtstreeks door de stemge-
reehtigde ingelanden gekozen.
DE BANNE (OF HET POLDEEDISTEIC'i) KOEDIJK.
Bestaat uit het grondgebied der gemeente van dien naam.
Voor rekening van de banne onderhoudt het bestuur eene lange
en hooge voetbrng en drie poortjes met het schoeiwerk der dämmen,
allen tusschen Sint-Paneras en Koedijk; voorts eenige slooten
en gemeenschappelijk met het bansbestuur van Sint-Paneras eene
soortgelijke brug in den JJaalmeer en eene straat en achterweg op
de Geest te Sint-Paneras. Voorts houdt het toezicht op de slooten.
De kadastrale grootte der banne is 885.8485 H., waarvan
182.9160 H. als zoogenaamd //oud eigen land” de volle lasten
betalen.
De Vroonlanden, groot 479.0162 H., waren tot 1865 vrij van
Raaksmaats-, Oosterdijks- en HondsboscJiidst&w. Na de invoering
der nieuwe regiementen hebben zij alleen den vrijdom dezer laatste
behoudeu.
De meerlanden, gelegen in den Vroonermeer, den Daalmeer of
den Klewneer, groot 220.8263 H., worden op de kohieren van
den Hondsbossche ten narae van die meren aangeslagen. De aanslag
wordt alzoo door die meren buiten tusschenkomst van het
bansbestuur voldaan. De overige lasten betalen genoemde landen
aan het bansbestuur en wel de Oosterdijks-, molen-, machine- en
banslasten onmiddellijk, de overige, zijnde de zeedijks- en Raaks-
maatshsten, door tusschenkomst van de besturen der polders.
Buiten den Oosterdijk liggen 3.0900 H., die om die reden vrij
zijn van Oosterdijks-, machine- en molenlasten, terwijl voor 2.9180
H. water, behoorende aan de gemeente Alkmaar, alleen Uitwate-
rende Slwizengeld betaald wordt.
In deze banne zijn gelegen de perceelen, bekend onder den
naam van de Poel en vroeger onder dien naam voorkomende op
het kohier van de Raaksmaat. Het zijn läge landen, van de
overige landen in de banne door geene kade afgescheiden, en
liggende tusschen slooten, die tot den gemeenen boezem van den
polder Geestmerambacht behooren. Op den ligger der banne staan
zij bekend als 1.4280 H. oud eigen land en 3.2680 H. vroon-
land. Thans zijn zij in de polderliggers opgenomen.
Het gemiddeld bedrag der lasten is in de jaren 1888—1892
geweest voor het oud eigen land f 8 . 80 per H., voor het vroon-
la n d /7 .2 5 per H. en voor het m e e rla n d /5 .90 per H . ’sjaars.
Volgens het regiement van 1853 (Prov. Blad n°. 37) bestaat
het bestuur uit vijf leden, die uit hun midden een Voorzitter
kiezen. De leden worden reehtstreeks gekozen door de stemge-
rechtigde ingelanden.
DE BANNE (oF HET POEDEEDISTEICt ) OUDOEP.
De banne (of het polderdistrict) Oudorp bestaat uit het grondgebied
van de gemeente van dien naam, voor zoover dat binnen
Westfriesland ligt.
Het bansbestuur onderhoudt: 1 ° den rij weg, loopende van de noor-
delijke grens der banne zuidwaarts tot het perceel, op den legger
bekend in Sectie A n°. 173, ter lengte van ongeveer 2200 M.
2 het voetpad met de daarbij behoorende brugjes, loopende
van het dorp Oudorp westwaarts naar Alkmaar, ter lengte van
ongeveer 1000 M.
3 den Onderweg uit de kom van het dorp tot het voetpad onder
n°. 2 genoemd, ter lengte van ongeveer 500 M.