DE BANNE BARSINßERHORN.
De banne Barsingerhorn bestaat uit het grondgebied der ge-
meente van dien naam, voor zoover dat binnen den Westfriesehen
dijk is gelegen, met uitzondering van de landen op den kadastra-
len legger uitmakende de sectie D. Deze; laatste vormen de banne
Haringhuizen.
Het bansbestuur onderboudt voor rekeiiing' der banne alle open-
bare wegen en paden daar binnen gelegen, met de beplantingen,
bet polderhuis en poldermagazijn en de volgende bruggen, als:
de Blanwe-, de Ooster-, de Keete- en de Kleine Leekerbrug.
Voorts gemeenscbappelijk met het gemeentebestuur van Winkel
de Groote leekerbrug, liggende over de Hoogsloot. De Iloode- en
de Gouwbrug zijn vervangen door duikers, die echter ook door
de banne onderhouden worden. De oude Bansloots-voetbrug is
afgebroken.
Over de bermen der wegen, waarvan het grasgewas ten bäte
der banne komt, wordt sçhouw gevoerd. Zoo ook over den Gouw-
weg, den Koningsweg en een wegje bij het Wad.
De uitgestrektheid is ongeveer 1038 H., waarvan 995.8700 H.
de volle lasten betalen. De landen genaamd de Bossen, groot
6.6128 H., betalen halve lasten. De overige hectaren, zijnde water
en ongenommerde wegen, betalen niets. Het gemiddeld bedrag
van de lasten is in de jaren 1888—1892 geweest / 5.45 per H.
’s jaars. De lasten door het besttmr voor hoogere besturen gehe-
ven, zooals de Hondsbosch-, Uitwaterende Sluizen- en West-'
friesche dijkslasten, zijn hier, evenals in de andere bannen der
Sc hager en Niedorper Koggen, in dat bedrag begrepen; de kosten
der Strijkmolens echter niet. Wel was dit vroeger het geval,
doch bij het règlement voor het Heemraadschap der Strijkmolens
van de Schagerkogge is bepaald, dat de binnenpolders zouden
worden aangeslagen voor de lasten in het Heemraadschap.
Van de banne Haringhuizen wordt jaarlijks / 1 2 ontvangen
voor bijdrage in het onderhoud van bruggen.
Volgens het regiement van 1861 (Prov. Blad n°. 67) wordt
het bestuur uitgeoefend door drie leden, waarvan een Voorzitter,
te zamen uitmakende het college van dagelijksch bestuur, en zes
Hoofdingelanden. De Voorzitter en de leden worden door de
Hoofdingelanden benoemd. ')
DE BANNE HARINGHUIZEN.
De banne Haringhuizen of Ha/renhmzen omvat de landen op
den kadastralen legger der gemeente Barsingerhorn bekend als
sectie D.
Het bansbestuur onderhoudt voor rekening der banne alle open-
bare wegen en voetpaden daarbinnen gelegen.
De grootte is 328.8095 H ., waarvan 313.1127 H. de volle
lasten betalen, de overige, als tot den openbaren dienst bestemd
of als weg of water, vrij zijn. Gemiddeld bedrag der lasten in de
jaren 1888—1892 f 5.45 per H. ’s jaars. Aan de banne Barsingerhorn
wordt jaarlijks f 12 betaald als bijdrage in het onderhoud
van bruggen.
Het bestuur bestaat volgens het reglement van 1858 (Prov.
Blad n°. 142), gewijzigd in 1865 (Prov. Blad n°. 46) en in 1874
(Prov. Blad n . 56) uit drie leden, waarvan den Voorzitter,
die rechtstreeks door de stemgerechtigde ingelanden gekozen
worden. 2)
DE BANNE SCHAßEN.
De banne Schagen bevat het grondgebied der gemeente van
dien naam, met uitzondering van de landen behoorende tot den
polder Burghorn en van die gelegen bezuiden den Tolkerdijk.
Deze geheele banne, .behalve alleen dat gedeelte, dat onder den
naam van Oosterkaag bekend is en deel uitmaakt van den Slik