de waterkeering tusschen de polders Burghorn en Scliagen. De
Ourle Wesffriesche dijk is van Sint-Maarten tot het Schagerwiel
het eigendom van den polder Falkkoog en de Ourle. D ijk , van daar
tot den Westfrieschen dijk, dat van de Ned. Herv. gemeente te
Schagen, die na 1871 ongeveer % gedeelte van den Onden Dijk,
die trouwens op verschillende plaatsen is gesiecht, verkocht heeft
om steenen van te laten bakken. Ten noordwesten is de polder
ingesloten door den in 1456 gelegden dijk, die thans als deel
van den Westfrieschen dijk voor een klein deel in onderhoud is
bij Geestmerambacht en voor het overige bij de Schager en Nie-
dorper Koggen.
De polder heeft geene bemalingsmiddelen. Het overtollige water
wordt door een uitwateringsslnisje in den Ouden Dijk op den polder
Schagen afgevoerd, waarvoor aan dezen jaarlijks betaald wordt
f 275, krachtens overeenkomst van 18 Sept. 1739 en .15 Juli
1741, naar het schijnt gewijzigd den 7äen Juni 1827.
ln dit uitwateringssluisje raoet echter een schut aanwezig zijn,
dat gesloten wordt, hetzij wanneer de molens van den polder Schagen
wegens windstilte werkeloos zijn, hetzij wanneer de polder
Burghorn zijn water verlangt op te houden.
Het water vloeit door eene ringsloot afgescheiden van den
Hoogen of Hooglandschen polder onderlangs den Westfrieschen
dijk in de Neskaag bij den Lagendijk, waar bij den oprit van
dien Westfrieschen dijk een duiker ligt met schut- of valdeur.
In den Ouden Dijk ligt eene pomp met eene schuif, dienende om
uit het zoogenaamde Grims of Schagerwiel, zoo noodig, water in
den polder Bv/rghorn in te tappen.
Het zomerpeil van den polder is 1.48 M .— AP.
De grootte van dezen polder, die tevens op zieh zelf eene
banne van Westfriesland is, is 308.0328 H., waarvan 14.2296
H. als weg, dijk of water onbelast zijn; de overige 293.8032
H. betalen de volle lasten, waarvan het gemiddeld bedrag in de
jaren 1888g-1892 is geweest f 6.70 per H. ’s jaars. Tot 1864
werden voor 13.0180 H. rietland halve lasten betaald. Dit voor-
recht heeft na dè invoering van het regiement moeten ophouden.
Volgens het regiement van 1861 (Prov. Blad n°. 69), gewijzigd
m 1873 (Prov. Blad n°. 109), bestaat het bansbestuur, tevens
polderbestuur, uit drie leden, waarvan den Voorzitter, die
rechtstreeks door de stemgerechtigde ingelanden gekozen worden. ')
DE NIEDOßPEß'KOGGE-STE.IJKMOLENS.
Gemeenten: Oude Niedorp, Nieuwe Niedorp en Winkel.
De Niedorperkogge, zoover zij behoort onder de Slrijkmolens,
is ten noordoosten gedekt door den JFestfrieschen dijk. Ten
ziudoosten is zij begrensd door den Beäijkten Boezem en de
Langereis. Ten zuiden en zuidwesten door de Wester-Langereis,
den Fogelzangpolder en verder door het water van Räaksmaats-
boezem; stroomende tusschen de kogge ter eene en de Heerhugo-
waard, den Boomerpoläer, het Waarland en den Slootgaard ter
andere zijde. Van daar loopt de grens een eind. weegs längs die
tusschen de gemeenten Oude, Niedorp en llarenkarspel, voorts om
de Fennikerlanden beoosten de Niedorper-Zijdewind, terwijl de
kogge ten noordwesten deels aan eene sloot van den Slikvenpolder,
deels aan de Hoogsloot, dat is aan den Schagerkoggeboezem is gelegen.’
Längs den Bedykten Boezem en de Langereis strekt de Tangereis-
dijk, hoog gemiddeld 1.40 M. + AP., die door het ambacht der
Schager en Niedorper Koggen onderhouden wordt, der kogge tot
beschermmg. Längs de Wester-Lang er eis, Fogelzangpolder
en den Raaksmaatsboezem heeft zij tot waterkeering kaden, die
door de daaraehter gelegen polders onderhouden worden, tegen
eene tegemoetkoming van / 135, die uit de kas der Strijkmolens
wordt uitbetaald aan de banne Oude Niedorp cÄi door deze wordt
verdeeld onder de Fogelzahg-, Leijer-, Westerkamper- en Nie-
dorperpolders en de gemeente Oude Niedorp, volgens eene overeenkomst
van 18 September 1843.
Deze kade heeft eene lioogte = AP.; längs den Wester-
kamperpolder is zij een weinig lager.
LangS de ScAa-gerwaard, de Fennikerlanden en de sloot des