gezonderd de op de zeewering staande Landskeet, waarmede dit
eerst op ] Januari 1883 het geval is geweest ten gevolge der
opheffing van liet Provinciaal Metereologisch Observatorium, dat
in de Landskeet was gevestigd. De zeewering vangt aan bij den
havenmond van het. Nieuwediep, strekt zieh uit voorbij Willemsoord,
den Helder en Huisduinen en eindigt bij den scheidingspaal be-
noordoosten Kijkduin, staande in de lijn getrokken van strandpaal
0 naar de Schonlenkaap.
De lengte dezer zeewering is 4575 M. De hoogte is, van het
Wier hoofd aan den havenmond van het Nieuwediep tot den hoek
bij den Helder of dijkpaal n°. 77, over 2150 M. 3.85 ä 5.36
M. -j- AP.; van dijkpaal n°. 77 tot dijkpaal 103 over 650 M.
gemiddeld 4 M. -|- A P., van daar tot den hoek bij de bat-
terij Kaaphoofd of dijkpaal n°. 126, over 575 M. gemiddeld 5
M. -j- AP.; van dijkpaal n°. 126 tot dijkpaal 43 over 925 M.,
6 M. -j- A P ., en van daar tot den scheidingspaal bij KijJcduin,
over 220 M. van 6 tot 10.20 M A P .; de nollen, wier
toppen zieh tot 10 M. -)- AP. verhieven, zijn in 1876 en 1877
afgegraven ten behoeve der verbetering der forten längs deze
zeewering.
De buitenglooiing is geheel met steen bekleed. Van dijkpaal
n°. 44, ongeveer dwars van de kerk te Huisduinen tot Kijkduin,
is die steenglooiing niet zichtbaar, omdat dit gedeelte van den
Helderschen zeedijk sedert vele jaren door aangestoven zand be-
dekt is en slechts bij enkele hooge stormvloeden tijdelijk voor
een deel bloot komt.
Voor den dijksteen ligt een steenen berm of zeebreker van
2 tot 8 M. breedte, hoog 0.40 ä 0.60 M. — AP., gesteund tot
op den onderzeeschen oever door eene zware steenbestorting.
Vöör den Helderschen zeedijk liggen twaalf steenen hoofden.
Het eerste, gewoonlijk het Wierhoofd genoemd, ligt aan den
mond der haven en is lang 104.50 M. Längs de noordwestzijde
van het hoofd is een beschot gesield tot beveiliging bij storm-
weder, hoog 1.50 M. boven de steenbezetting. Verder west-
waarts liggen, tot den dijkshoek bij de Oostbatterij, achtereenvolgens
zes hoofden, genaamd het Lage Hoofd, het l e, 2e, 3e en
4e üeelenhoofd en het Mokkershoofd. Bewesten de batterij
Kaaphoofd liggen het achtste en negende hoofd, genaamd het
Noordduinshoofä en het Nöorderhoofd. Het tiende hoofd, genaamd
het Kijkd/uinshoofd, ligt bij het fort van dien naam. De
beide zuidelijker gelegene, te weten het Hidden- en het Zuider-
hoofd, liggen reeds vele jaren onder het zand, doch komen nu en
dan niet alleen aan de zeeeinden bloot, maar ook met de kruin
der steenbedekkingen.
DE DUINEN.
De westzijde der Provincie is nagenoeg geheel bezet met
dninen. Deze duinenrij begint aan het zuidelijk einde der Helder
sehe zeewering, op 235 M. benoorden het fort Kijhd/uin en
strekt zieh afwisselend in breedte uit tot de grens der Pro-
vincie Zuidhollanä. Zij is echter op twee plaatsen afgebroken:
te Letten, waar het achterliggende land door eene kunstmatige
zeewering moet worden beschermd, eil te IJmuiien, ten gevolge
van de doorgraving van het Noordzeekanaal\ terwijl vöör het dorp
Callantsoog de dninen zöözeer door de zee zijn afgenomen. dat
zij daar bij herhaling, het laatst in 1892, naar binnen zijn overgewerkt
en afgevlakt, zoodat daar eer van een zanddijk dan van
een duinenrij kan gesproken worden.
De lengte van de Heldersche zeewering tot het noordeinde
der Pettemer zeewering is ongeveer 20800 M.
Van het • zuideinde der Hondsbossche zeewering tot
IJmuiden ongeveer 29375 //
Van daar tot de grens van Zuidholland ongeveer . 15750 //
te zamen. . . 65925 M.
De breedte dezer duinen is zeer versohillend en bedraagt gemiddeld
.
van Kijkduin tot Callantsoog.......................... 420 M.
// Callantsoog tot Petten. . . .................................... 1000 »