Boveukerherpolder, behoudens de vergoeding van '/j der kosten,
die aan dien pol der wordt uitgekeerd.
De polder wordt bemalen door een stoomgemaal, staande aan
den Rooden Paal bij den Amstel en daarop uitslaande.
Dit stoomgemaal, in 1876 gestiebt, heeft vier Cornwall -
ketels, waarvan twee in reserve. Zij hebben een verhittings-
oppervlak van 62 M2. De stoomtnigen zijn verticaal en werken
op eene pomp van 2.79 M. middellijn met eene afvoerbuis
van 1.10 M. middellijn. De opbrengst is 75 M3 per minuut.
Door dit gemaal wordt ook bet water van den drooggemaakten
ZvAder-Legmeerpolder afgemalen.
Op 24 Jiov./8 Dec. 1887 is met den Uithoornschen polder eene
overeenkomst getroffen over de lasten, die deze polder zou kun-
nen heilen in bet gedeelte van den Noorder-Legmeerpolder dat ook
nog binnen de grenzen van den Uithoornschen polder lag.
In de waterkeering liggen drie gemetselde inlaatduikers en wei
in den dijk tegenover den Amstelveenschen tocht, wijd 0.30 op
0.40 M.; in den dijk op bet einde van de ringvaart längs de
Lute., nabij den Schinlceldijh, wijd 0.30 op 0.40 M. en in
den dijk achter de Kwahel, wijd 0.20 op 0.20 M.
Yolgens overeenkomst met den Buitendijhschen Buitenvelderschen
polder moet voor het recht van inlaten van water door den Legmeerdijh
jaarlijks f 25 betaald worden. Contract van 16/19 Augustus 1881.
Het zomerpeil is 4.50, het winterpeil 4.80 M. ?*sfc,AP.
De grootte van den polder is 1400.2209 H ., waarvan 1360.4159
H. de lasten dragen. Deze werden van 1888—1892 gemiddeld
tot / 1 2 per H. ’s jaars geheven.
In de kosten van bemaling wordt door den drooggemaakten
Zuider-Legmeerplas hectaarsgewijze bijgedragen.
Het bestuur van den polder is opgedragen aan vijf Polder-
meesters, waarvan een Yoorzitter, die rechtstreeks door de stem-
gerechtigde ingelanden worden gekozen. *)
*) Zie voor de geschiedenis van dezen polder de notulen der Zomervergade-
ring van 1879 Bijlage G. en voor die van den vroegeren toestand die der Winter-
vergadering van 1860, betreffende den toenmaligen Katelagerpolder,
DE ZTJIDEB.-LEOMEEBPOLDEB.
Gemeenten: Aalsmeer en Uithoorn.
Tot droogmaking van den Zuider-Legmeer werd aan J. E. M.
W iegel bij K.B. van 27 Januari 1878 n°. 6, concessie verleend.
In F1882 kon aan de uitvoering de hand geslagen worden en
wel met zooveel kracht, dat de droogmaking in 1883 geheel
voltooid was.
De Zuider-Legmeerpolder\\$, tusschen den Uithoornschen polder,
den Kalslagerpolder en den Heerenweg, ten oosten en ten westen,
den Noorder-Legmeerpolder en de Bilderdammerlaan ten noorden
en ten zuidwesten.
De waterkeeringen zijn : längs de Uithoornsehe- en Kalslager-
polders, de ringdijk van de droogmakerij; ten noorden de dijk van
den Noorder-Legmeerpolder, thans door het Departement van Oorlog
overgenomen voor de defensie der stelling Amsterdam; ten westen
van TBaawwenhoek tot Kudelstaart de fortificatiewerken en ver-
der een ringdijk ongeveer evenwijdig loopende met den Heerenweg
tot de Bilderdammerlaan; eindelijk deze laan, die tot het
gebied van den Vriesenhoopschen polder behoort.
De hoogte der ringdijken is ongeveer 0.30 M. — AP.
De polder wordt bemalen door het stoomgemaal van den Noorder
Legmeerpolder, uitslaande op den Amstel. Ongeveer in het mid-
den van den weg tusschen Kudelstaart en de Kwahel is eene
coupure, waarbij een hulpstoomgemaal staat, dat het overtollige
water in den Noorder-Legmeerpolder brengt, wanneer daar de waterstand
hooger is dan in de droogmakerij gewenscht wordt. Bij
gelijken waterstand openen zieh de deuren in de doorlaatsluis
voor het hulpstoomgemaal en komt alles onder de hoofdbemaling.
Dit hulpstoomgemaal is in 1890 gesticht en bestaat uit een
vasten locomobiel, met cylindervormigen ketel van 11.5 M3. verwar-
mingsoppervlak. Het werkt met hoogen en lagen druk op eene
centrifugaalpomp, die 30 h 35 M3 water per minuut kan opvoe-
ren. Middellijn der afvoerbuis 0.60 M.