Iklei- Van ’t Werk van B a dme r , Hoogleeraar
Dat van te Erfurth, de Natuurlyke Hifttrie van 't Ryk
Baumeb. der Mineraalen genaamd (e) , kan men zeg-
gen, dac hy meer eene nieuwigheid getragt
heeft in te voeren, dan eene weezentlyke nuttigheid
toe te brengen. De Delfftoffen in
Vloeibaare en Vaste verdeelende, heeft hy ’er
de vier Elementen tevens ingebragt, en veelen
tot de Vloeibaare betrokken, die het niet zyn ,
gelyk de Zwavels en Pyrieten; de Kwik inmiddels
daar van uitfluitende. Op de verdeeling
van zyne Rangen en Geflagten valt ook niet
weinig aan te merken.
Afanier De Werken van andere Antbeuren , die na-
?an HltL*(jer[iancj uitgekomen zyn , hebben zo wei als
dit hunne verdienden. Hier onder moet men
tellen de Koaftige i'chikking der Mineraalen
door den vermaarden Engelfchen Doktor Hi l l ,
die zo veele Werken over de Natuurlyke Hi-
ftorie aan ’t licht gegeven heeft, dat men ’er
byna een Boekekast mede vol kan maaken. Zyn
laatfte over de Metaalen voert den tytel van,
de Delfftoffen in Rang gefchikt naar derzelver
voorkomende Kenmerken, benevens haare Hi ftorie
en befchryving ( ƒ ). Alle anderen hier in
te boven gaande, heeft hy vyftien Klasjen van
OIR-
(e) J. WlLH BAUMER Natur - Gefcbichte des Miner al•
Reichs Gotha. 176;.
( f ) Fotftls arranged according to their obvious Ch ar aller s ,
■ wit tbeir Hijlory and Dexriptien , by J. HlLL , M. D.
London 1771.
0I r s p o n k e i <v k e Delfftoffen , als i . W A » « *
o f GImmer: a. Stknütm. 3. Spar, ,
cf Steenvloeden 4« Kryftallen. 5. Edele Steenen.
6. Schirls , Bafalten j 7» Asbesten: * uraen:
9’. Zouten , 10. .Zwavels , Aardharjten, Steen-
kooien. 11. Halfmetaalen ; 12. Metaalen ï 13-
Slakken. Tuslchen die der Aarden en Zouten
geeft hy twee KEsfen op van S a m e n -
g e s t e l d e Delfftoffen ; naamelyk Half door-
fchynende Gefteenten en allerley groote Steenen,
in veele Rangen gefmaldeeld. Alles is , ten
opzigt van de Geflagten, Tafelswyze gefchikt.
Hy onderfcheidtze ten opzigt van de gedaante
, hardheid , zwaarte, de oppervlakte,
kleur en hoedanigheden , en dus in zes opzig-
ten. Men moet bekennen , dat zyne Manier
zeer byzonder is en van meer dienst zou zyn,
*_1:_ma« infrevifft en meer met
de Natuur overeenkomftig.
Omtrent dien zelfden tyd kwamen de Grond- M a n ^
beginzelen der Praktikaale Mineralogie, door den pon.
vermaarden Scopoli , te Praag aan t licht (g) j
welken zyn Ed. , by eene nieuwe U itg av e ,
met eenen anderen ty te l, in een vernieuwd gewaad
heeft voorgedragen (h). In zyne Grond-
beeinzelen maar twee Klasfen gemaakt hebbende
(g) Principia Mineralogie Syß. et Pra&ica per J. Ant.
ScosoLI, M. Dt. & Cliem. Prof. Pr*gr> I772*
(b) Introiullio ad Hiß. Naturalem, ßfl ent Genera Iapi.
dum , Plantarum et Animalium. Prags. 1778.