V I I I . netie, tot Vicenza behoorende, in zwart»
Hoofd- brujnen o f zwartachtigen Kalkfteen.
fTUK: Die Hoorens welke eenigermaate Tolachtig
M»s. o f liever Slakhoormg van figuur zyn ; zoda-
m?rkinit‘ nig dat de Heer W a l c h dezelven Trochiet-
achtige Cochlieien noemt, hebbende een ronde
M o n d - opening , betrekt L i üïnjsus, onder
den naam van Turbines, tot een Geflagt, daar
i k , volgens ’t gebruik, den naam van Maan-
hoorens aan heb gegeven (e). Op de Petre-
fakten van dien aart zal ik den naam van
Turbinieten toepasfen, dien men anders ook wel
geeft aan de Tollen, wier Opening hoekig is
eD langwerpig o f als plat gedrukt. De meesten
, welken d’A r g e n v i l l e , o p zynePlaat
van Slakhoörens met een ronden Mond, af-
beeldt ( ƒ ) , komen hier t’ huis. Van de Coch-
lSiten o f Umbilicietèn , die daar aan volgen,
verfchillen zy door den verheven Top.
n . vin. Behalve de Aliekruiken onzer Stranden, hoe-
Fig. <5. danigen men in Switzerland , Ooftenryk, in
Swaben en elders in Duitschland, verfteend
wil hebben gevonden , behooren hier de Nas-
fauwers, Zilver- en Goudmonden , de langlee-
vende Tollen , Spoortjes , Slangen- en Knobbel
( e ) Zie Nat. Hiftorie , I. D. XVI, STUK, bladz. 3J*i
enz*
( f ) Limajons a bouche ronde. Concbyl. T. 9 of T. 6.
(g) Plaat B. VI. a , Fig a i -7.3. B. VI. b. Fig, 30.
(6) Turbo rujoftis. Nat. HUI. I. D. XVI, Stuk , blstdi-
S77-
belhoorens, Soldaaten, Dolphynen en zelfs de VÏIï.
Wenteltrappen. Van de meesten derzelven Hooi,d'
komen weinig Verfteeningen voor, en veelal r ’
klein$ gelyk men dus eenigen by K n o r R nieten.
afgebeeld vindt (g). Van de Slangevelle. Hoorens
, evenwel, vindt men aartige Veritcenin-
gen, met een gedeelte der nog onveranderde
Schaal, en in Kies veranderd by Boll in ’t
Wurtembergfe. Ook vallen ’er van die aartige
Tulbandjes, welke rimpelig en geknobbeld
zyn (h) , zeer fchoone Exemplaaren. Uit het
Neuremburgfe heeft B a i J e r zodanig een die
taamelyk groot w a s , wel twee Duimen mid-
dellyns , aan ’t licht gegeven («). De Heer
W alch Vertoont ’er een van Thionviile ia
’t Luxemburgfe, en ik heb’er nog meer gelykèn-
de van de Kust van Normandie, waar van
ééne in F ig . 6 , op Plaat V I II, is geplaatst,
door zyneStreepen en tevens door zyne Knobbeltjes
aanzienlyk.
Zo gemakkelyk zal men niet het Origineel pi~ vnr.
aanwyzen van die Verfteende Maanhooren uit F,&' 7*
de Engelfche Provincie Shropshire, in F ig . 7 ;
hoedanig eene , maar kleiner van formaat, ik
van den Kleijigen Oever des Eilands Sheppey
in
(») Naatnelyk Oryüogr. Noria. Tab. I. Fig. 10 i Biet
Tab.. VII , dat een Drukfeil is by Walch , Verft. Zaa-
ken. II, D. I. Stuk , bladz. 17a: zo wel als de Nomia,
4, op de vierde Regel, moetende zyn Koum. > /su p p l,
Maat V. c.