VU.
H oofds
t u k ,
Stcllute*
Tn Vuurzeen.
4*
met de Uitheemfche Vyfftraalige, beiden door
my afgebeeld (m). Jk heb dergelyken Zand-
fteen , die zekerlyk Okerachtig is , met ver-
fcheide indrukzels van zodanige Zee-Sterren,
gevonden wordende by Klooster Panns in Frankenland
: aan welken zulk. een Lighaam ook
ontbreekt. Dan heb ik nog een Stuk van de
zelfde plaats, waar op een Zeefter zeer dui-
delyk verheven le g t , met ongelyke Straaien,
op welken nog de Pukkeltjes ten deele zigtbaar
zyn» Dit laatfte is, zo om de zeldzaamheid,
als om het gezegde aan te toonen, hierin Fig.
3 , op de Derde Plaat, naauwkeurig afgebeeld#
Voorts komen hier nog in aanmerking de
Kamfiradlige Zee - Sterren , AJlropetten by Linck
genaamd, om dat zy op de kanten als gekamd
z y n ; waar van hy verfcheide Soorten heeft.
Tot d ie , by hem in Fig. 12, 0p zyne Agtfte
Plaat, afgebeeld, achtte de HeerWALCH de
Exemplaaren, aan beide kanten van den Steen,
in Fig. 3 , 4. op zyne Supplement-Plaat VIL
b, voorkomende, te behooren.
De Afdrukken van Zee - Sterren in Vuur-
fteen o f Key , zyn zeer zeldzaam. Ik heb
zodanig é én , als in Fig. 4 , op de zelfde Plaat,
vertoond wordt, zeer klein en weezentlylc ook
vyfjftraalig; dat in het eene Stuk zig uitpuilen-
de, in het andere ingedrukt vertoont.
Van
O») Aldaar PI c r t l l . 1%. i , zie bladz. 447,4*8.
(») Zie als boven, Fig. 4 , en bladz, 440.
Van die Schepzelen, welken men Zee-Pas- Vit.
{eitjes ty te lt, de Aranciaca van L ikma u s ^ '
en de Pentagonaster Lunatus van L u i d , ook Zee-pas-
door m y , uit myne Verzameling, in P l a a t j e * ^
vertoonde»), zyn de Verfteeningcn niet min- Fig. s.
der ongemeen. De Heer W alch geeft een
ftukje in Plaat, vaD Neuftrelitz, welk nog-
thans maar de indrukzels van zulk een Zee-
Pasteitje , gedeeltelyk, hadt, en niet was van
de eigentlyke Soort (o). Ik heb op een ftuk
Kalk, van de Krytbergen aan de Theems, de
Lqedjes van zulk een Zee - Pasteitje, tot de
ééne Punt behoorende , op welken de ingedrukte
Stipjes volkomen zigtbaar zyn. Zie dat
raare Stukje in Fig. f , op gedagte Plaat.
Onze beroemde Ridder maakt ', onder den Kleintje,:
bynaam AJifion, gewag van een Petrefaktje,
dat zeer klein is , uit de zelfde Krytbergen.
Hetzelve heeft , zegt zyn E d., de grootte en
figuur van een Schubbetje der Vrugt van den
witten Berkenboom; het is dikwils gekruist
met vier, zelden met vyf , nog zeldzaamer
met meer Straaien ; wi t , in ’t midden verhe*
venrond ,, naauwlyks blykbaar gepukkeld. B y
't zelve kwam een andere voor, van hem ge»
tyteld Ajleria Orbium, zyndè rondachtig, van
grootte als Linzen - Zaad, en van de zelfde figuur,
(t) Zie Verft. Za*kfn. III. DEEt, Pi. VII, Fig. 9. bladz.
1& 7* ,