H oofd ° ? ^u,ten^e Winding. Die Ammoniet s
stuk. * we^ e ziS in zodanige gedaante, als Fig. 3
vertoont, bevindt in een zeer fraay gepolyst
tel* Plaatje, ’t welk ik ook bezit, fcbynt tot de
Tig. j , 4.Geknobbelde te behooren. De andere van Fig*
4 > vertoont zeer fraay de bogtigheid van de
Scheidwanden der Kamertjes in een Knoopige
Ammoniet, waar van ik verfcheidene heb, in
een Stukje bleekgraauwe Kalkflets; die van Ve«
rona in Italië, zo ’t fchynt, afkomstig zyn>
Door dengedagten Heer B e r t r a n d zyn
uit B o d r g u e t eenige Figuuren aargehaald,
om deeze Geknobbelde Ammonieten aan te
wyzen (x). Ik heb ook kleintjes van dien aart.
Behalve de twee van den Heer d’A n n o n e ,
afkomftig van Ariftorf in ’t Kanton Bafel,
Plaat A , V , Fig. r , 2 , in geelachtige Kalk-
fteen veranderd , die zekerlyk tot de laatfte
Soort van B e r t r a n d behooren vind ik by
K n o r s ééne Geknobbelde Ammoniet, Plaat
I. a, Fig. 4 ; welke tot de Zeventiende Soort
behooren moe t, en op Plaat A eenige kleintjes;
dat nog meer de zeldzaamheid derzelven
aanduidt.
*jaid-of Ten opzigt van de Ammons-Hoorens. in 't
Werve!- 3
fieenen. al«
Spandyfo-
(&) rTf. des Petrif. UT. 2jo. (’ t moet zyn i$4.) en
2JS, voor de i6. Soort. N. 262, voor de 17. S. N. 2S0,
voor de is . S. N. 274 voor dei». S : N. 278, 281 , voor
de 2o. S: N.284, 285, voor de 21. Soort.
(y) Naamelyk N. 3i 5t 3>4 , 3IJ , jifi. De Hoogleeraat
WAL,
algemeen, moet men opmerken, dat de Gele* v in .
dingen of Gewrichten , die in fommige der- Hoo»»«
zelven zig vertoónen,de Vulling is of Steen STpLK*vr>
^ern van de Kamertjes , wier Scheidwanden f,s '. s.’
£U!k een zonderlinge geftalte hebben , dat zy
gedagte Bladerige Tekeningen op de Schaal
vormen, niet alleen, maar fomtyds zelfs naar
de Naaden van ’t Bekkeneel in een Mensch
gelyken- AUerblykbaarst is dit in zodanig
een Stukje , myner Verzameling, in Fig. 5
afgebeeld, daar die Naad zo wel in ’ t midden
als aan de kanten zïgtbaar is; dewyl het, als
’t ware, uit twee Leedjes beftaat. De Ver*
fteening is geel Okerig en van Goppingen
afkomftig, en moet uit een ftuk van een vry
groote Ammoniet zyn. Zekerlyk behoort zy tot
de zogenaamde Spondylolithi of Wervelfteenen ,
waar van B o u r g u e t zeer lompe Afbeeldingen
heeft , door W a l l e r i u s aangehaald (y).
De Heer L i n n je u s heeft niet alleen onhok».
. j „ raueten.
de kleine Ammons*Hoorentjes, door F l a n -
c u s in ’t Zeezand van Rimini ontdekt,
tot zyn Geflagt van Nautilusfeo t’huis ge*
bragt j maar hy betrekt ook daar toe het
nog nooit gevonden Origineel der O r t h o -
k e -
Wallurius heeft geiigten Heer Eebtrano, zonder hem
te noemen, inzyne verdeeling der Ammonieten (Syst. Min.
Tom i! p 478 - »81 , gevolgd; uitgenomen, dat hy in plaats
van deszelfs iaatfte Soort, die hy niet gekend zal hebben ,
fielt de Brokken van Ammons-Hoorens en daar onder ook
deeze Spondylolithen.
JU. Deal. I. Stok.