130
tiÊÊm
n
w
m■ft
BHl y||§ II ctJ
H B BB
W m
^ P i i
I n l e ï
»INS. verfchilt, doch die van den Hoogleeraar te Goc*
tingen , V o g e l , in ’t jaar 1762 uitgeko«.
men ( c) , wykt ’er aanmerkelyk a f; ais zynde,
wat de orde aangaat, van verfcheidene ontleend.
Hy maakt zes Klasfen ; de eerfte van A a r *
d e n , welken hy in tien'Rangen fmaldeelt, als
Kleijige , Kalkige , Keifelige, Mergelige, Se-'
lenitifche , Talkige , Glirnmerige, Brandbaa-
r e , Zoute , Metaalige en Vrugt-Aarde. D e
tweede Klasfe is van S t e e n e n , waar van
veertien Rangen; Kleijige, Kalkige, Mergelig
e , Selenitifche, Vuurgeevende, L e ijig e ,81a-
derige, Vezelige, Zoutige, Metaalige, Glas-
woideade , Rotsfteenen, StaladlieteD en Dieu»
we Steenen. Zyn derde Klasfe is. van V er»
s t e e n i n q e n , waar onder die van Dieren,
Planten, Zeegewasfen , enz. De vierde Klasfe
, van Z o u t e n , is in de Rangen van Samentrekkende
, Smeltbaare , Hardwordende-,
Vlugge en Alkalyne, gefmaldeeld. De vyfde
Klas fe, der V u d r v a t t e n d e , behelst de
Zwavels , Aardharften en Mineraal© Vettighe*
den. In de zesde Klasfe zyn de M e t a a l
e n , zo volmaakte als onvolmaakte en de
Halfmetaalen begreepen (*).
P v KlasfiQcatie van decken Autheur, afgeleid
(e) R. Aug. Vogel, Pra&i/chei Mineral Syfletn, Lips.
1 7 6 1
(*■ ) Zie e§n Kort Begrip van dit Samenftel, ia het VIIL,
P eel der Uitgesogte Verhandelingen', Wadz. 387, enz.
leid van de houding der Lighaamen in ’t Vuur, Inleï«
van derzelver oirfprongelyke Stofte , van deI,IKG'
uitwendige Gedaante en van het Scheidkundig
onderzoek , is aan veele verwarringen onderhevig.
Inzonderheid blykt zulks in zyne ver-
deeling der Rangen , alwaar Lighaamen van
den zelfden aart van elkander afgezonderd ,
anderen, die grootelyks verfchillen, byeen gevoegd
zyn. Dit ft raait nog meer in zyne Ge-
flagteo door. Ondertusfchen zyn ’er zeer nuttige
Aanmerkingen in zyn Werk vervat, mids
men het met oordeel leeze; want hy heeft ook
in verfcheide opzigten misgetast.
In ’t zelfde Jaar kwam de Mineralogie vanBg“ Av*£
B oühare te Parys aan ’t licht (d). Deeze
Autheur het allerverfte van de Ouden , die
twee o f drie Klasfen van Delfftoffen maakten,
afwykende , ftelt tien Klasfen; onder den ty-
tel van W a t e r s , A a r d e n , Z a n d e n ,
S t e e n e n , Z o u t e n , P y r i e t e n , H a l f m
e t a a l e n , M e t a a l e n , A a r d h a r s t
e n of Z w a v e l s , en D e l f s t o f f e n
van eene ontleende gedaante. Men ziet klaar,
dat deeze onderfcheidiDg weinig gronds heeft,
en in malkander loopt. Zyne meefte befchry-
vingen zyn van anderen ontleend , doch niet
zonder eigen Waarneemingen, welke zyn Werk
ter leezing nuttig maaken.
Van
(d) Valmont de Bovtare , 'Mineralogie ou nouvelle Ex-
fejïtion du Regne Miner al. Paris, 1762.
H 5