VIII.
H o»d-
STUX.
en dus groot er dan de bekende Natuurlyken ,
welken ik niet grooter dan een Voet over ’t
kru's gezien heb. R umphi u s begrooc de
gewoonen op zes en zeven Duimen. Drie Span
zou meer dan rwee Voeten zyn. Ik heb een
aanzienlyk Stuk van de Kust van Normandie,
zynde een doorgezaagde Nautilus van deezen
aart, hyna een Voet breed en ieder helft een
vierde Voets dik, met eene Mond • opening van
vyf Duimen. De Scheidwanden niet alleen,
maar ook de Tepels der Peesbuis in dezeiven,
zyn van binnen zeer blykbaar en de Scheidwan-
den ook van buiten. Men ziet ’er de binnenfte
Krul byna tot in *t midden, en in deeze, zo
wel als in de Mond, komen yeele Eelemnieten
voor; ’t welk iets byzonders is. Ook beftaan
twee der binnenfte Scheidwandje* uit Marka-
fiet. Vuor ’t overige is de Verfteening K'ey-
achtig, gelyk veelen van die Kust. Het is
een blpote Steenkern , gelyk de meeften van
deeze Verfteende Nantilusfen voorkomen; doch
men vindczeook fomtyds vry groot, die de Paar-
Jemoerachtige Schaal nog in ’t geheel o f ten
deele hebben , zynde voor ’c overige met verharde
N/iuti-
Heten,
Kley gevuld; hoedanig eene, uit Enge'
land, W alch a fb e e ld tf/). In de Weymar-
fcre , Sonderjh.iufifche en andere nabuuri-
ge Landftreeken, vallen, zegt h y , fomtyds
zeer
if) I!. D. PI. a . iv * * .
«roote , daar de holligheden der Kamertjes v in .
uitgebroken zyn , zo dat de Peesbuis zig
z o n d e r ly k als een Ketting Kraaien vertoont; Nauüliu
waar van hy ook een voorbeeld geeft ( g) . Uit««,
de Afbeelding, nogthans, kan ik dit naauwlyks
bearvpen- Duidelyker vertoont zig ’t zelve by
p’Argenv i l l e , Plaat VII, Lett. C. Van het
Stuk, dat men by Aristorf in ’c Kanton van
Bafel gevonden hadt,ook door hem afgebeeld,
zou ik eer toeftaan, dat het een Verfteening
van den Perfpefcief-Nautilus z y : alzo het in
*t midden weezentlyk een gat heeft (h)'y maar
dan moet het zyn van een kleine Soort, als
zynde maar vyf Duimen breed vertoond.
Ik heb, juist van die zelfde grootte, een^
zeer fraaïje doorgezaagde Nautilus van de Ku t Kaunst; /an
van Normandie, die ik wenschte hier in Plaatsman-
te kunnen brengen ; doch het befttk der Plakten,
tot meer andere Dingen benoodig l , verbiedt
zulks. Schoon ?er het Mondftuk aan ontbreekt:
(des ik gis , dat het Stuk anders wel
een Span breed zou zyn;) komen daar in de
Scheidwanden en Kamertjes met zulk een aar-
tige marmering voor, dat het zelfs aangenaam
is voor ’t Oog. De VerfteeDing ziet uit den
geelen , en deeze Kleur is met witachtige
Snaath* gemengeld in de meefte Kamertjes;
F hoe-
( g ) Sappl. Plaat V. b. 1IT. CSEU
(|ö) II. D. PU A, IV *. Bigt «•
lix. Dêel. I. Stuk.