m
in ,i mi
■ I I .
P i
V,
Hoofb«
STUK.
24® V E R S T E E N I N G E H
S p r u n g l i , niet ver van Bern, zegt B rr,
t r a m i ), bezit een Vis ch , die verheven lege
m Kalkfteen ; waar van het L y f en VFeefch
zo wel vetfteend is als; de Beenderen en Kraak»
beenderen. Meer voorbeelden vind ik by hem
niet (O» -De vèfmaarde D a v i l a hadt inzyn
Kabinet een V e re en d e Visch naar een Karper
gelykende, ofrgryzen Leyfteen uit Duitfchland*
waar van de Kop , Staart, Vinnen en de bovenfee
helft des Ligha^ns, bekleed met een
Huid in fcheeve Ruiten verdeeld, gelyk in de
gekookte Visch,zegt h y , verheven waren: doch
de agterfte helft met de Staart een enkel in-
drukzel van Graaten vertoonden. Het Stuk
zeer duidelyk van hem afgebeeld , was een
Voet laDg en v y f Duimen op zyn breedfte.
Ook komt by L e i e n i t s een geheel Versteende
Vifch in Plaat voor , hoedanigen men
insgelyks by andere Autheuren vindt ( v).
Hier toe behooren de Schiefer- o f Kop er -
Nieren van Ilmenau, welke niet alleen dikwils
het Geraamte van Visfehen, maar zelfs den
geheelen Visch bevatten , naar welken zy ge-
fatfoeneerd zyn. In ’t Koninglyk Kabinet van
Dresden bevindt ’er zig zodanig een, die volmaakt
(t) Schoon Wa l lsRius zegt: Bertrand, in Dia. Or.
fub titulo , Beltmiiit. p. 74. Na>t. Litt. b, pl mes enumerat
Pistes cum Carne petrificatos, in diverfis Lithophylaciis prse-
fentesi Syjl Min. T. 11. p. j } Z.
(v) Leien, Protera. Tab. 11. Litt. é,