ItfLEï- tomen (e). Deeze volgt A g r i c o l a groo»
üiög* tendeels, doch Helt, in plaats van v y f , maar
vier Klasfen van Delfftoffen; i . Aarden : a. Samengegroeide
Sappen ; 3. Steenen ; 4. Metaa»
Jen; hebbende die Klasfe van Metaalachtige
Lighaamen, gelyk Ertfen, Pyrieten enz., welken
A g r i c o l a afzonderde, tot de Metaalen
betrokken. Dus is zyne Orde zekerlyk niet te
verachten en beter dan die van W o rmiu s en
J o h n s t o n , welke wederom v y f Klasfen
fte lt, ontleend van verfcheide voorgaande Au»
theuren ( ƒ ).
' vyf Klas. Zyn Stelzel heeft ; 1. A a r d e n , welken hy
Johnston, onedele, dat is Mergels, Vrugt en Kley o f
Potaarde ; in middelfiag, dat is Verw» Aarden ;
en in edele o f Medicinaale verdeelt , voegende
bet Zand 'er ten vierden, als naverwant zyn-
d e , by ; a. S a m e n g e g r o e i d e S a p p e n ,
en wel magere, f gelyk de Zouten : vette, Orpi»
ment en Sandrak: 3. A a r d har s t e n , welke
vogtig als Sreen- of Aard - Olie, Zw av els, enz.
o f famengegreeid, als Amber, Barnfteen, enz.
o f Steenachtig, gelyk de Steenkolen : 4. Stee»
nen en deeze o f niet gefigureerd , geheel, half
o f nieE doorfchynende; gefigureerd> tot welken
de Sterrefteenen , Koraalen , Donderfteenen,
Stalactieten en allerley Verfteende Zaaken:
zynde de Steenen uit Dieren op het laatst ge»
fchikt, en van de gegravene onderfcheiden: 5. Me»
taa-
(e ) C&Mi Mineraldpa, Lugdani- rs3<5. Folio.
( / ) Johnston, Notiiiet Regni Æneralii. Lipj, iG : .
JPacdççiqw.
t a a l e n en van dezelven a , Folkomene, rgelyk
Goud, Zilver, Koper, Y ze r , L ood, T in : &,
Onvolkomene, by anderen Halfmetaalen >ge-
naamd, Bismuth , Spiesglas, Kwikzilver: c ,
Metaalachtige Lighaamen; als in 't Aardryk
Ertfen , Pyrieten , Glimmer, enz.;in de Fornuizen
de Bloem en Kalk of Slakken der
Metaalen ; daar buiten Koper- en Yzer - Roest.
Dit Samenltel, dat diestyds het befte was,
is naderhand door veelen gevolgd. Het hadt
niettemin aanmerkelyke fouten , in de onder-
deelingen. Hoe, dat de Zwavel onder de Vog-
ten geplaatst kon worden, de Spaath onder
de Edele Steenen, en veele andere bedenkingen,
zou men daar op kunnen maaken. Hem volgde
B e c c h e r op het voetfpoor, doch voegde
’er de Chemifche onderzoekingen by , en
dus bleef de Mineralogie in die Haat, tot dat
I m p e r a t i , een zeer vermaard Italiaanfch
Apteker, zyne Natuurlyke Hiftorie aan ’t licht
bragt (g), hoewelfommigenzyn Werk aaneen
anderen Autheur toefchryven (k).
Hy maakt zes Klasfen van Delf ftoffen: i . Aar- ^ 0^ 5”
den , die in M ergel, Kley , Slyk, Verw- eni viF£&ATW
Vollers-, als ook in Medicinaale Aarden verdeeld
worden: 2 .Z out en; 3. V e t t i g h e d
e n o f Aardharften; 4. M e t a a l a c t t-
GE
(g) Ferhanqo Imperati Ifloria Naturak. Venet. 1671.
(.b) Vide BArthdl. Cent. I. Epijl. Mei. p. aor.
G 4