&
flOOFD»
STUK.
Waar-
Ichynlyk'
heul van
die oir-
zaak»
vcns een gedeelte van Afrika en Afia te over*
dekken, dan begrypt men ligt, welke een me»
ïiigte Lighaamen, uit de Z e e , dezelve op st
Vaste Land heeft kunnen wefpen, en die ten
deele bedekken met Siyk en Zand ; fleepende
tevens, door den toevloed uit afgelegen deelen
des Aardbodems, vreemde Schepzelen met zig
en die ook in ons Wereldsdeel nederleggen-
de (* ) .
Deeze Stelling beeft veel waarfchynlykheich
Behalve de gedagte zwaarigheden, zou het moeten
volgen, indien de Aardkloot egaal met Water
bedekt ware geweest, dat men niet alleen
de Verfteende Zaaken overal byna gelykelyk
verfpreid vond , maar dat ook de Schepzelen
van Europa vérfteend voorkwamen in andere
Wereldsdeelen. Dat men in Oostindie ook
Verfteende Zaaken vindt, kan, ze wel als die
Beddingen van Schulpen op de Kust van Chili
voorgemeld , aan byzondere Overftroomingen
toegefchreeven worden. De Groote Zuidzee,
immers, maakt, gelyk men nu ruim twintig
Jaaren geleeden aan de overdekking van Callao,
Tirimers dus behoeft reen geen toévlugc té neem en tot
de n-ioit beweezene Onderfte ling, dat de Aardkloot weleer
éen anderen ftand zoude gehad hebben , ten opzigt van de
Zon : waar d or Dieren en Planten van heeter Lugt-Srree*
ken in Europa konden gegroeid zyn. ’t verfchil tén dien
opzigte ware te groot: anders zou men het misfchien van
oe gezegde Uitgulping en gedeeltelyke bedekking des Aard-
kloots, welke bovendien dc veelheid des Waters aan den
as»
Iao, de Havenftad van Lima in Peru, by eene I. .
geweldige Aardbeèvmg waarnam , fomiyds ööokd-
zwaare Verheffingen aan de Kust, ten kan dus
geheele Eiianden hebben overdekt 5 ’tw c lk bete
vinden van zulke verbaazend zwaare Fonteinbakken
, als naauwlyks zes Man kunnen draa-
gen, op de Gebergten der Molukkes, (die ook
zeer aan Aardbeevingen onderhevig zyn , en
met brandende Bergen b e z e t ,) niet onwaarfchynlyk
maakt. , . r ,.,
De Verfteende Zaaken n u , z o , welke z i6 fc„ de aa«
reeds op ’t Vaste Land bevonden , als die tótd*v«
de Zee afkomftig zyn , verfehiUen ïn hoedanigheden.
1. Sommigen , welke men ook daar
onder telt, zyn maar weinig veranderd; gelyk
de gcsTcivcTiB Houten, de yBTk&lkts Schulpen ,
Beenderen en dergelyken, die niettemin tot de
Delfftoffen, beboeren , om dat zy in het Aard-
ryk gevonden worden, 1. Anderen zyn geheel
o vertrokken met èen Steenige K om , die flegts
de gedaante van deeze Lighaamen aangenomen
beeft, zonder in dezelven in te dringen:
maar
anderen kant moeste verminderd hebben, kunnen afleiden
en dan kon het een andere reden zyn van de langduungheid
des Zondvloeds , welke tot de enkele vernieling des Mensen*
doms niet vereischt werdc Doch die OnderRelIing , door
WALLEaUJS met zo veel kragt geopperd; vervalt doordien
de plaats van ’t Paradys dan onder den Evenaar of tuslche»
de Keerkringen, en dus in een zeer heet Klimaat, moest zyn
"geweest; 31 welk men met kan cnderüéileïi of jmct'dcszslver
aangenaamheid overeenbrengen»