IX. Van het zogenaamde Witte Koraal, eesg
stdkT " Madrepore die overal met Sterretjes als Oog.
Geoop.de.ies b e ze t is * waar van bet 4 eD byoaam voert ( z ) ,
komen ook Verfteeningen voor. Men vindt
het, volgens S c i l l a , overvloedig op of in
de Heuvels by Mesfana op Sicilië. Hy geeft
’er de Afbeelding van (a) , hoedanige men ook
by G ü e t t a r d aan tre ft, van een Stuk , om-
ftreeks Soisfons gevonden en zeer fraay , in
het Kabinet van Madame de C ourtagnon. Het
wordt »door zyn Ed. ook van het Wit Koraal
der Apotheeken afkomftig gerekend* en gelykt het
zelve inderdaad zozeer als ’ t eene E y het andere
(¥)» Ik heb daar van verfcheide Takjes, ko.
mende zo wel uit de nabuurfchap van Sois.
fons, als van Montmartre by Parys en van
Eourdeaux, die ruim zo veel naar het Maagde-
Koraal gelyken (c).
fypaditi- T o t de Madreporieten behooren de Ge (lern»
S«. de Tubulieten, die uit regte Pypjes beftaan,
welke aan \ end een Sterretje hebben. Sommigen
dcrzelven Haan evenwydig, anderen
fpreiden en maaken dus bet gene ik Kruidnagel
Gewas genoemd heb (d). De Heer Go-
ET-
(z) Neet. Hiß. ah boven, bladz jss .
( s ) De Corp. Marinis. Tab. XX. Fig. z.
(b) Memoires, Tom. III. p. j ï i . T. Jj».
(c) Madrepora Virginea: zie Neet. h iß . als boven, bladz.
SéS, Pl. I2J. Fig. 2,
(d) De zelfde bladz, i$u Pl 128. Fig. f. Madrepora Fasci-
CttUtus. LiKN. Madf. Caryophyllites. FALL. Ei, Z'óophy.»
ettard geeft Afbeeldingen van zodanige Stuk-
ken , ic Vrankryk gevonden , met gewrichteSTaKi
Pypjes, Spaatbachtig verfteenü in eene Kalk- Madrepq.
achtige S toffe, die als een Klomp uitroaaktfe) .rie,‘ni
Hy noemtze Qal(ttnipes o f Pennefchattfteereu,
en heeft ’er van veifchillende figuur. Ten
dergeiyk zeer fraay Exemplaar, dat verkakt
i s , móoglyk van de zelfde afkomst en byna
Klootrond, heb ik in myne Verzameling ( ƒ >
(3) Verfteeningen van Klompachtige Koraal-
gewasjen wet Oppervlakkige Sterretjes•
De benaaming van Ajlröieten wordt dóór gesnen»
fommigen gegeven aan alle de Gefternde Ma*
dreporen, die verfteend zyn; ten minften ook
aan de laatstgemelden , gelyk W a l l e k i d s
doet (g) ; doch W a l c h , die deeze betrekt
tot de Tubulieten , onderfcheidt de Aftröieten
op de gezegde manier. Doorgaans noemt men
dezelven Sterrejleenen , welke benaaming, die
zy met de Afterïën, volkomen uit één Sterretje
beftaande , gemeen hebben , ik , tot onder-
fcheiding , hier met S t e r Ns t e e n e n ver-
wisfel; alzo zy flegts Gejlernd zyn. Plee valt
fom*
(t ) Mem. Tom. III. p. 482, 48}. PL« 33 » 34 > &c‘
( f ) Zie SEEA Kab. I I I . DEEL. Tab. 108. Fig. 9-
(3) Uelm'mtbolithus Madrepora; Stellttlis fuperficialibus. Mi-
Ut Aftroitae. Drscoaiti, Nonnuiiis, j
(g) Coralla Columnis paiallelis &c. Sy/l. Min» II. P- 41 9* >
Hh 4 1
III, Deel.I. Stuk.