VIII. eenigen hadden de Kamertjes inwendig hol è
met witte SDaath^Kryftalleti opgevuld, waar
Qrtkoki- van de meeften zeskantig als hec Zee-Zout.
ruitte», Gedagte Steenen zyn het, daar men Kalk van
brandt in dien oord. T e Koppenhagen, daar
de Kerken, de Voorzaaien in veele groote Ge»
bouwen, ja zelfs de Voetpaden aan de zyden
der Straaten, met Plaaten, van graauw en rood
Oelands enGothlands Marmer, gevloerd zyn;
komen in die Plaaten , hier en daar, vólko.
jneneen duidelykeOrtbokeratieten voor. Elders
zegt Zyn Ed., dat zy in Sweeden meest gevon-
den worden in Laag - Mar ner, zeldzaamer in
Ley- o f in Wetfteen (e) .
schnone Het is een donker graauwe Marmer- Steen
©rthoker»- ui£ Sweeden, in welke die fchoone Orthoke*
vi ratiet legt , waar van de Afbeelding in Fig.6 ,
fïg. c. op onze Zesde Plaat, is gegeven. D e irwen»
dige gefteldheid vertoont z ig , in gcene der door
K jnorr en W a l c h aan ’t licht gebragte
Verfceeningen van dien aart ( ƒ ) , zo fraay en
duiddyk» Het Stuk, dat de langte van meer
dan zeven Duimen hetft, is aan ’t afgezaagde
end anderhalf Duim breed. De doorfnyding
loopt een weinig fehuirs, ’t welk maakt, dat
men in de Grondvlakte het Pees-Kanaal, ’t
welk
(e) NoMs frequentisfimus in Marmore ftratario , tarius in
Scisto, Cote j Oelandi*, Oftrogothix, Westrogothix, Kin-
Jiekulle. Sy/i. Nat.
( / J Naameiyk in 't werk over de VtrfLten.it Za*ki*t
II,
y A N C O N ë Ü Y t, I e Si. 4 Ï$>
welk hier nagenoeg regt in *t midden is , over-
dwars byna rónd afgefneeden , en op de zy-
de , daar het anderszins ODzïgtbaar moest zyn, Órtho\t% J
voor een gedeelte overlangs geopend ziet, ia ratutth,
als het door de Scheidwanden der Kamertjes
loopt. Deeze zyn halfmaanswyZe bepaald ■, in
welk opzigt de Orthokefatieten nader aan de
Naütilieten komen , dan aan de Ammonieten *
tot welken raenze voorheen betrokken heeft
gehad. Dit die fcheeve doorfnyding ontftaafc
ook misfchien de fchyDbaare dikte der Scheidwanden,
welke gemeenlyk zeer dun zyn. W ie
Weet, hoe lang wel dit Petrefakt in zyn gb-
heel geweest z y ? Het heeft thans nog by dé
twintig zïgtfeaare Kamertjes. De Verïlécning
is Spaathaartig met eenige Oker- Vlakjes en itt
de holligheden Ziet zy zwartachtig, *t welk
mooglyk van eenig ingemengde Yzerdeeleti
ontftaat.
Deéze myne behoort dan tot de Kegelvormige
Orthoker&tietett , die eene gladde Schaal
hebben. Sommigen komen vöor tnet eené
ruüwe , anderen met een gegroefde o f geribde
en eenigén met eene Schaal die als met
Naaden aan malkander is gevoegd. Men vindt
’er ook die byna Rolrond en die eenigszins
ge-
1T. ÖSSL PI. A. v r , A. VUT, iri ’ t in . Data. Supplenlent-
flaat IV. a , Fig. a ; IV. b , Fig. z , i : iv. c , Fig, ** J 4
«: IV. d , Fig. 4 , j , 6 , 7 t iV. e : V. d, Fig. 1» a. Xs
a, Fig, 6 en PI. XII.
D d 2
III. Deel. I. Stuk.