VIII. Bisc(Men ; om dat ?y als eeo vlakke
|1oofd Schyf voontellen, en ook w e l, om datzy niet
stuk* veel geribd zyn, gladde PeÏÏinieten* W a l c h
ageefc ^er, onder de Verfteende Zaaken , geen
ééne Al bedding van. Die , yvelke de Heer
G m e u n daar van te berde brengt ( d ) , is
zeer klein en duilter* Zy vertoont een rond
Schulp j é , omtrent een D u im breed, op de Moer.
Hy z e g t, dat menze in Piemonc enkel verkalkt
vindt, in Zand, by Reutlingen in Zwa»
ben zeer klein , als ook in Thuringen, niet
ver van Weimar. Ik heb de helft van een
echte Kompas - Doublet verReend, met de
fyne Ribbetjes aan de binnenzyde , die een
weinig hol is , derdhalf Duim over ’t kruis
groot, en uit bet Veroneefche, zo ’t fchynt s
af komftig; hoewel men z e , als uit Spanje zyn-
d e , opgegeven heeft. Men vindt by Pater
ToRi u iBi a , den eerften die de Spaapfche.
Petrefakten nagegaan h e e f t n i e t s van dien
aart.' Ik had deeze , zo wel als het voorigé
Manteltje, uit het Kabinet vanwylen den kun-
digep D ek n a t e l , als uit Spanje afkomftig,
gekogt.
Mams’. Van de zogenaamde Mantel - Schulpen komen
Vfl veelal kleinere, op verfcheide plaatien van Eu.
ropa voor. VaD Namen heb ik daar van ee^
fraay Petrefakt in Bitumineuze Aarde met an-
. der©
(d) Naiur - Sy/tem des Mineral- Rtichs lV, Theill.pt 37« T»
ZV.'Tig. 176, * ;
V A K C O H 8 H ï * N* 3 59
Jene Verfteeningen. Ik hebze ook van Aken VIII.
In geele , en van Maastricht in witachtige 8T°°*D'
K a l k f t e e n , een zeer fraaije Oranjekleurige , p eQmiaer„
doch wat befcbadigde Peftiniet, met meer dan
twintig platachtjge Straalen. Een andere die
ongeotird is , [waarfchynlyk uit Vrankryk, heeft
’er b.yna dertig. Maar in ’t Kryc van Engeland
komen zy, zeer fchoon voor; gelyk ik,on»
der anderen , van daar een zeer aartig Mantel»
Schulpjc heb, dat zeer fyn is geltreept, heb»
bende maar één Oor.
Zo zegt men, dat ’er van de Koraal - Doubletten,
op den Kaasberg, by Busweiler in de
Elzas; van de Ysdoubletten o f Katten-Tongen
by Odolka in Bohemen, en van de Rasp-
Doublec by Ariftorf in ’c Kanton van Bafel,
ook Verfteenïngen gevonden zyn. De Oo-
ren der Peélinieten komen fomcyds op zig
zelve , afgebroken , verfteend voor , die dan
■ Bamelli, volgens S c h e u c h z e r , genoemd
worden, alzo zy naar de weerhaaken van een
Pyl gelyken, volgens L u i d ; doch ik wil wel
bekennen , dat ik ze niet heb gezien.
De eigentlyke Qefier - Doubletten bevatten q oeüers.
onder zig de zogenaamde Laurierbladen,Win*,.«,
kelhaak, Poolfe Hamer en Zadel (e). De ge-
ineene Oefters komen op menigvuldige plaatsen,
in Europa» venteend voor. Meestal vindt
meu
(«) Zie deeze W ; Hiß. h O. XV, Sc. blada. 3 33 , enz.
Z 4
f |XI. Bm l . L St u k .
Oßraeit*