Hoof1* Zy verftrooid IeS§en °P de Bergvelden. Somstük.°*
raiSen zYn rimpelig, gevlakt of bezet met fyne
Pukkeltjes en Streepjes. In *t Wurtembergie,
in Frankenland , in de E'zas , in Swaben, in
Necjp - Oostenryk, zyn ze niet minder gemeen
dan in Switzerland en Piemont. Somwy-
len leggen ’er veelen by elkander in Gefceente
o f ook in Yzer-Erts. Pater T orrubia
vondt/deeze en andere Anomies, overvloedig,
in de Velden van Pardos , Anghuela, als ook
in ’t Gebergte Molina in Spanje (s).
Moeder- Zekere zonderlinge Steenen, als in Fig.-ir,
fteenen. . . , ° •’ Hyfleroii- voeren , wegens de grappige gedaante , den
v naam van Hyjieroliethen (5). Men noemtze in
F)g, ii.Hoogduitfch Muttermufchel, Mauzenftein, Bun-
zenjiein en Vernis - Stein ; in ’t Nederduitsch
Schaam-Kous- o f Moedersteen. Sommigen heb-
benze verward met de Bukardieten, dat tegen
alle reden ftrydt. De Diphyieten van P li -
n i u s , dus genaamd om dat zy van de eene
zyde de Mannelyke, van de andere de Vrou-
welyke deelen voorftellen, (gelyk die , welke
W alch in Afbeelding gebragt heeft (t), door
W a l l e r io s afgezonderd, ) hooreD ook hier
t’huis; want zulks heeft meer of min plaats in
alle Hyfteroliethen*
Zon-
\
(s) Appar. para la HUI. Nat. Espagn. Laraina IX & La-
mina t. Scc.
( i) HelmiutbolUhus Anoini* Hyfterits. Syft. Nat, X!T.
Tom. 1U. Gen. 4 *- Sp. j . Tom. I. p. 1154. Sp 039. Nat%
Hifi. I. D. XV. Stuk, blads. J78, Hyfterolichds. Mus. Tas-
Wh'
Zonderlinge denkbeelden heeft men aangaande VUL
deeze Steenen gekoesterd. Uit hunne gelykenisH°0FD"
naar de Teeldeelen hieldt menze voor eene mis-
vorming der Natuur en voor Lighaamen, dieiteenen.
toevallig gegroeid waren. Ook gaven f o m m i - rfr
gen daar kragten aan tot Geneezing van de
Kwaaien der Schaamdeelen, en verwekking van
Minnelust. Anderen haddeo ze gehouden voor
Verfteeringen van Ocker- o f Walnooten, waar
vnn z y doorgaans de grootte hebben, en meenden
dat de Spleet en Lippen derzelver Kiempje
o f beginnend uirfpruitzel aanwees. W olf-
a r th was , in zyne befchryving van Hesfen-
land , daar menze overvloedig vindt, de eer-
fte , die,derzelver oirfprong toefchreef aanZee-
Doubletten. Men za g ze , in het begin d< ezer
Eeuw , verkeerdelyk aan, voor Steenkernen
van Bukardieten. Naderhand is men op ’ c regie
fpoor gekomen , metze van Anomies afkom-
ftig te rekenen, en de Heer W a l l e k j u s
heeft zelfs de Soort bepaald , zeggende dat
het Steenkernen zyn van zekere OJtreo- Pe£li-
n ie t , die eene vierkantige figuur heeft en getekend
is met zeer fyne Streepjes. Waarfchyn-
lyk meent hy die platkleppige A n om ie s , hier
voor
ƒ»• p» 90. T. 3. f. I , ï , 3- WORM. Mas. T. 93. Wolf.
Hasf. *9. T. 3, 4, S■ Braun. Min. I. T. 28 Cofblite*
lOtur.dus ex altera pitte Viilvam prae ie ferens. Wolt Min.
42. Lapis Hyftericus Scc. VOG. jim, *i6.
O) Verft, 2aak.cn. IJ. D. PI. B. IV. Fig. J, 6 , blïdz, SI.
B b