ÏKLïIDIKC.
Vier Klas
fen van
"WALLE-
BIDS,
In ’t Sweedfch kwam in ’t jaar 1747 eerst
. aan #t licht de Mineralogie van den vermaarden
W ä l l E Ri c s , welke naderhand ook
in andere Taaien , en nu kortlings, geheel
verbeterd en uicgebreid , in ’t Latyn uitgegeven
is (q). Die verftandige Autheur, van
wien de Ridder ook veel overgenomen heeft
fielt vier Klasfen, ui u t den , Steenen} Miner au«
len en Samengroeizelen, welken ieder wederom
in verfcheide Rangen gefmaldeeld worden ,
als volgt.
E E R S T E K L A S S E .
T e r r j e . A a r d e n .
I* R a n g . Macres. Magere.
Vrugt o f Tuin-Aarde, T u r f, Kryten Kalk-
Aarde, Gips-, en Bruinfieen-Aarde.
2. R a n g . Tenaces. Taai je o f Vette.
Kleijen, Pot - Aarde, Bolus, Porfelein-Aarde:
Mergels, Vollers-Aarde.
3 * R a n g . Minerales. Metaalachtige.
Okers o f Mineraale Aarden.
4. R a n g .
ium intellffln, quamvi« nommlli, meis Hu mens in latentes
^rcumfpeKête aldus, quatdam mutando addendoqus non linê
fapeicilio. Zegt U kn* us F r*f. Ed.
O E R M 1 N E R A L 0 6 1 E> 1 1 1
A Rang. D u r a . Harde of Zandige. Inlei 4* W DIKGe
Stuifzand, Gietzand; Tripel; Cement-Tras:
Gemeen, Gro f, Schuur-, Kalk- en Glimmer-,
Metaal- en Schulpzand.
T W E E D E K L A S S E .
L apid es . S t e e n e n .
i . R a n g . Calcar ei. Kalkwordende.
Kalkfteen , Marmer : Spaath , Yslandfch
Kryftal, Stinkfteen : Gipsaardge , Alabafter,
Seleniet o f Spiegelfteen , Phosphorus van Bo-
nonie: Vloey-Spaathen.
5. R a n g . Vitrescentes. Glaswordende.
Zandfteen , Slypfteen , Molenfteen, Hard*
fteen : Veldfpaath : Kwartfen en Krystallen :
Edele Steenen: Granaaten: Keizels, Agaaten;
Chalcedoon, O nyx, Sardonyx, Chryfopraas,
Opaaien, Kat-Oogen: Jaspis, Graveelfteen,
3. R a n g . Fufibiles. Smeltbaare.
Zeolithen , Lazuurfteen , Tourmalin o f As-
fchentrekker , Schirl, Bafalt: Bmiofteen, Pej-
rigord , Wolfram : Ley , Toetsfteen , Wet-
fteen , Zwart Kr y t : Mergellleenen : Hoorn-
I fteenen. 4. R a n g
(?) Wallerii Syfitma Mintrêbgicm, Steckh. 177* 5c
J77S. Vienns. 177*. Oftavo,
1U. DSXk.I, STVK,