IV.
HOQFD>
STUK.
Kop en dne Pooten , met haare Klaaiiwea
Een dergelyk was, in verharde blaauwe Kiev'
te Elfton in Engeland , door den Heer S tu!
k e i, e y gevonden. Ook wordt, byn'A rge n -
v i l l e , van enkelde Beenderen of gedeelten
daar van, gefproken , en misfchien hebben
die ftukken Beens, welken de fchrandere B a
* Er befcbreef en in Afbeelding bragc een
dergelyke af komst (x).
iv. ( 4 ) Verfteening van Slangen.
-A m p h ib U - °
■ pentis. Van Verfteende Slangen hebben, onder den
verfte^enaam van Ophiolithen , veele Autheuren T .
wag gemaakt; doch het fchynt dat de mees',
ten o f Wormbuizen o f gedeelten van Am-
mons - Hoorens o f iets anders zyn geweest
Toevallige Steenvormingen hebben Slangen*
koppen, of iets dergelyks , kunnen voorfcell
len. Zodanig is het ook met de verfreende
Slangen, die in de Maagen van Hertebeeflen
zouden gevonden zyn ; waar over veel is ge
fchreeven ( y ) . Ja iommigen hebben zig door
Konst gemaakte Slangetjes in de Hand laaten
ftop.
(x ) U.tgcztgte Verh wielingen? I. p . bladz, 200. p] ,
?ie ook dc Nalurfarfiber, iX. Stuk, Tab. IV. Fig. 8 *
U ) ^impbihiolitbat totaljs Serpentis. Sy/l. Nat ,
Sp 4. Gesn. Petr. «5. Wa l l . Min. V49. WilCH X I
OZaaken. II. D. jj. Stuk , bladz, 377. ' ^ fi*
Ky) JOH. Dan. Ma jo r , de CW A ,t Serpentig ptT*
faeftoppen.
De Heer G esn er , evenwel, v e r -^ 1^
haalt, dat hy in zyn Verzameling een Verfteen-ST(JK<
de Slang, op SwitzerfchenLeyfteen, van Glacis,
hebbe. Ook bezat hy een afdrukzel van
dat Exemplaar, ’c welk Scheuchzer , als een
gedenkteken van den Zondvloed, in Afbeelding
hadt vertoond (z ). De Heer D a v i l a hadt
in zyn Kabinet een Leyfteen, met het verheven
Afdrukzel van een kruipend Dier, ’t welk
eene Blindflang fcheen te zyn , in ’ t Geraamte,
en nog een Doublet van een dergelyk Schep-
z e l , dat minder duïdelyk was (a). Qp het
geloof van deeze kundige Natuurbefchouwers
moet men zulks aanneemen. Ook heb ik een
_|\fdrukzel of Indrukzel in glimmerige Zand-
fceen, dat naauwlyks iets anders wezen kan ,
dan een opgerold Slangetje; alzo zelfs de
Graaten zigtbaar zyn.
Dat Stuk uit myne Verzameling, ’t welk wervel*
in Fig. 6 , op Plaat I , is afgebeeld, moetbc|"; L
zekerlyk een Wervelbeen zyn , en dewyl het &t‘ 6*
byna zonder uitfteekzels voorkomt, zou ik
het veeleer voor dat van een Slang, dan van
een Viervoetig Dier o f Vifch aanzien. Men
weet,
fjtjjfis. Jena: 1554. O&avo» Item Serpent in Stomacho Cervi
petrefaSus. Saim. B.EISEL , Epb. Nat. Cur, I670.
(z) Dus verftaa ik het gezegde van dien Heer. De
Hoogleeraar Walch fchynt hem een weinig anders te
hebben begreepen.
(a) Catal. raifmné. Tom. II* p'. i z t .
? f
III. DEEL. I, STUK.