V* heeft, alzo fommigen derzelven zig volmaakt
Poon»* gig oogjes vertoonen, De Zwaluwfteenen zyn
over k geheel glanzig eenkleurig en fchynen
geen anderen oirfprong te hebben dan de voor-
gaanden , waarfchynlyk van kleinere o f van een
ander Dag van Visfchen,
Ik zal niet omftandig ipreeken van de andere
Verfteeningen , die meer o f min van de figuur
der Tanden en Kiezen afwyken ; gelyk
daar zyn de Ovaale o f •Schuitachtige, Scaphoi•
des genaamd 5 de Vierkante o f Vierhoekige ,
w e k e dikwils een Duim groot voorkomen; de
gerimpelde o f geribde , waar van ik *er één
h eb , omtrent een half Duimlid groot: want
deeze allen zyn o f Verfcheidenheden der voo»
rigen , of zy behooren tot de Kaaken o f het
Gehemelte van den Bek der Visfchen (0). Men
ziet ligt, dat daar omtrent veele veranderingen
plaats kunnen hebben.
Buitendien zyn ’er nog Verfteeningen, die
men Eijertjes- o f Kuitjteenen, gemeenlyk Oo-
lithen, o f ook Hammiten noemt, wanneer die
vermeende Eitjes zo klein als Zaad zyn: doch
de zodanigen worden veeleer voor SameDgroe*
jingen, gelyk de Evwtejlesnen % o f voor kleine
Zee»
(0) Daar toe behoort de Afbeelding by q’Abgekvillx ,
OrySiologi'. Tab. is . N. 8 .- volgens dea Heer Walch;
zie Vtrfi. z aaktn. II. D. II. Stu k , bladz. 397: welk Werk
dit alles ten omftandigfic verhandelt. Men vindt 'er de Vier»
hoek'gep, UI, ppi-,Suppl. Tgb. VU1, f. N. Ja; de Geilt
®*
gfcfe - Hoorntjes, hoedatvigen in menigte aan t HqofV
Strand Voorkomen , of voor verfteende Eitjes sTuSii
van dergeiyke Slakhoorentjes, \ welk echter
byna op \ zelfde uk zou komen, als van K u it;
gehouden.
VT. H O O F D S T U K.
Befchry ving der Verfteeningen van I n s E k t e N
en daar toe behorende Dieren, gelyk ie Kreeften
, Krabben en dergelyken, als ook en in ’{
byzonder van die vreemde SchepzeU, Trilo-
bieten genaamd ; derzelver Verfchillendheden
en bedenkingen over het Origineel.
B an de eigentlyk zogenaamde I n s e k t e n
o f Gekorven Diertjes , Torren, Vlinders
, Sprinkhaanen, Wespen, Vliegen en dergelyken
, komen onder de Verfteende Zaaken
weinig overblyfzelen voor. W y kunnen echter
die, met fommigen , niet geheel verwerpen;
te minder, daar zy als aanleiding geeven
tot , en de benaaming billyken van dit Ge*
ilag t; waar aan de Ridder den Griekfcheti
naatn Entomolithus , dat is Infekten - Steen ,
{ueft
rimpelde Tab, VIII, S. N. 17 : als ook IT. D Tab H ,x , a.
Nomm 4-«, afgebeeld. Van de Paddefteenen komen op de
Suppl T* VUI , b s d , e. veifcheide vootbeeldeti.
R 4
III» Deel. LStuk,