Gedierte, dat thans in Europa voorkomt, over»
treffende. Z y waren gevonden door een Werk.
man , die bezig was aan 'bet in ftukken flaan
en flegten van Bikfteén - -Rotfen : fommigen
Jagen tusfchen, anderen onder dezelven. Zyn
Ed. vergelyktze by de genen, die men op
andere plaatfen van Vrankryk, als ook in
Duitfchland en elders vindt, en geeft ’er niet
alleen omftandige befchryvingen, maar ook
naauwkeurige. Afbeeldingen van ; waar uit
blykt, dat dezelven meest van Herten, Ren-
dieren o f Elanden, waren enbet grooteBeen,
van drie Voeten langte, acht by veeleer van
een Aver-Ochs o f Wilden Buffel, hoedani-
gen ’er oudtyds in Gallie waren, dan van eèn
Ülyphant afkomftig te kunnen zyn. De Galliërs,
zegt h y , waren by wylengewoon, een
algemeene Jagt in te ftelfen , en de aldus gevangen
Dieren aan hunne Afgoden op te ófferen,
die dan vervolgens in zekere Holen ge-
fineeten o f in de Grond begraven werden. Daar
Onder kunnen dus veelerley flag van Wilde
Dieren , tegenwoordig aldaar vreemd, zig bevonden
hebben. * Zelfs wil men dat .zy ook
wel Menfchen offerden, en die dan met deeze
Gedierten in de Groeven wierpen. Dus kunnen
daar van de Beenders, onder elkander,
bewaard gebleeven zyn (cl).
(2)
(d) Guettard Mimairest Paris 1703. Tom, I, Uem.lS,
Sur les Os fosfiles d'Aniojaua terieftres.
Tb) Vcrffeeningen van IVolvifchaartige Zee-
Meren. s t u k .
Die zelfde Autbeür befchryft, in een ander
Vertoog, verfcheide Beenderen, zo inde
fter - Groeven omftreeks Parys , als elders in vwftee^
Vrankryk gevonden , Welken zyn Ed.'oordeeltZee.Die4
tot Zee-Dieren të behooren. De eerstgemel-ten*
den , zegt hy , waren maar weinig veranderd,
geelachtig bruin van Kleur, zittende in 5t midden
van brokken Pleitter-Steen. Dus beeldt
zyn Ed. een Kaakebeen af en een Wervelbeen
, met alle 2yne Graaten, een foort van
Schouderblad en verfcheide Ribben by elkander.
In Kalkfteenen ontdekt men dergelyken <►
zegt h y , by BoUrdeaux, en in Slyp o f Wet*
iteen * in de nabuurfcbap Van Provins. Verfcheide
Wervelbeenderen, uit de Gebergten
omftreeks Dax , waren volkomen verfteend,
in den aart van Keyfteen , en gaven aan ft
Sterk Water, Waar in menze liet fmelten, een
fchoone Oranjekleur. Voorts maakt zyn Ed*
nog van verfcheide Rukken en brokken gewag
* welke tot Ribben fchynen behoord te
hebben , en wel van Zee-Dieren of Visfchen ,
zo zyn Èd., buiten en behalve de figuur,wel
allermeest daar uit fchynt op te maaken, dat
men ze met eenigéZeefchepzels, Koraal o f Korst-
gewasfen, ja zelfs met Oefters begrpeid gevonden
heeft (e).
ff) g UettArd Mtm. Tom. T. Mem. x»
Os
iU. DEEL. I, STUK.