VIII. hoewel men ’er ook onder vindt die met Ktj*
ftal Zyn aanê'ercll0üten » dat als Diamanten
,TJ w . g,inflert* Andere Kamertjes, met Kley gevuld,
listen^ bevatten een menigte bruinroode Stippen 3 fchy.
nende zeker Zaad te zyn , ’t welk ook v ;e!
voorkomt aan de Kleijige buitenzyde. Hier
mede is de Pccsbuis , ter langte van twee
Dui nen , ook zeer zigtbaar en onafgebroken
opgevuld ( i). De Draay loopt tot ia ‘t midden
voort, zo wel als de allengs verkleinvnde
Kamertjes , waar van ik toe by de veertig tel
in dit Petrefakt*
Naatf"e VaD kle^ne ^ aurdusjes heb ik één, insgelyks
j e T - u,c Normandie•»’ wit Spaath. o f Hoornacbtig
verfteend, en ten deele nog bekleed met zyne
dikke graauwe Schaal. Dit is twee Duimen op
*t breedfte en anderhaf Duim dik; aan ’t Mond-
ftuk Vleugelachtig uitgezet, gelyk ’er fommi-
gen zyn. Ook heb ik ’er één , dat de helft
fmaller is , in Yzer veranderd, van Calle, uit
den Eiffel in Gulikker - Land. Hier zyn de bin-
nenlie windingen in ’t midden zigtbaar, doch
diep induikende; zo dat het zig a's doorbord
vcrtooDt. Maar het allerraarste van dien aart,
hoe-
(i) Ik heb bevoorens van die Peesbuis , anders de Sipho
o f her Spuitje, gelpmken en aan^eme-kt, dat her geen onafgebroken
Kanaal is; (Nat. Htß. I. D. x v i. $rpK , b! dz.
as-) doch dit liet alleen op de Schaal: want het leerende
Dier heeft een Peesachtige Buis , welke een weezentlyk Ka-
naa» maakt.
(k) ik heb daar van in deeze Nat, H ß I, o, TVf.
Stu k , bladz. 27, gefproken, en één zodanig is pp de ir.