X.
,, dubbelde Straalen en een vyfhoeldgep Ge*
,, wrichtfteeu ; men vindt ’er ook met twaalf
„ Straalen en den Gewrichtfteen zeshoekig;
}, R o s in . Tab. i , 3: maar veel zeldzaamer.
a, Sommigen, hebben van zod.anigen met twin-
33 tig en meer Straalen gefproken, doch waar-
33 fchynlyk zullen zy de fplyting voor twee
,, geteld hebben, en die met minder dan tien
/„ Straalen behooren , misfchien, tot de vol-
3, gende.
„ Eokrinieten met een uitgefpreide Kroon. In
3, dezclven beftaat dé Steel uit dunfchyvige
, , fyn geftreepte Raderfteenen. De Kroon is
„ uit een onbepaald getal, ongefpleeten Tak-
,a ken, tnet Geledingen , fameDgefteld, die yit-
„ gebreide Twygige zydtakken hebben. Deeze
„ Takken rusten op geen Gewrichtfteen, maar
, fchynen onmiddelyk voort te komen uit
3, het end van den Steel. Het Origineel is
3, nog niet ontdekt. Een Tekening van dit
3, flag van Enkrinieten vindt men ond,er de
, , Verlteende Zaaken by Kn o r r , op Plaat
3, X I , c. Dit is de eigenfte Soort, als welke
, men 3 gelyk boven gemeld i s , omftreeks
,3 Praag in eene Kalkfteengrpeve heeft ont-
s dekt. In myce Matuurlyke Historie der Ver-
3, fteeningen heb ik, in ’t Eerfte D e e l, pag.
Hoofd»
stuk.
•Anthopo1
rieten,
j» 147*
TER. Spte. ö r y iïe g r . C a le n b , BBUCKMANN. T h e s . Sub:. Du>
e a t . B r u r t f v . SCHULZE B e e r . d e r V e r f t . Z e e f t e r r.e. KNOK IV.
Verft \ Zaakfn !• D. Tab. XI. a. enz.
„ 147, gezegd, dat men nog geen Enkri-
„ niet van dit flag met een Steel gevonden Höofd-
,, hebbe; doch thans kan ik daarvan e enE x -STUK'
, Antbopó* emplaar toonen. rieten/
, , De Pentakrinieten zyn uit Afteriën, dat
„ is vyfhoekige SteqDtjes , met een vyfblade-
„ rige Bloemachtige figuur op hunne Vlakten *
3, famengefteld. Eenige hebben een getakten,
,, anderen een ongetakten Steel o f Stengel*
,3 De Kroon befcaat in eene uitgebreide Bon*
„ del van gewrichte Straalen of Takken, die
„ ten deelen ook zydtakken hebben* Men heeft
3, ’er twee Soorten van onder de Verfteenin*
s, gen.
„ Pentakrinieten met eenen ongetakten Steeh
,, Tot deeze Soort behoort de Gmelinfche, op
„ de Plaaten der Verfteende Zaaken by Knorr *
„T a b . X I , i»; die, welke H i eme r in zyn
Gaput Medufce befchreeven en de gene waar
„ van D a v i la de Afbeelding medegedeeld
„ heeft (y). Ik heb deeze Soort van Penüa-
krinieten zorgvuldig onderzogt, en aan deo
„ Steel geen het minfte teken gevonden, dac
3, dezelve weleer uitwasfen o f zydtakjes ge-
„ had heeft; ’t welk blyken moest, indien zy
„ 'er aan geweest waren.”
„ Pentakrinieten met eenen Takkigen Steel. Het
3, Origineel van deeze Soort is ontdekt; zynde
i | de
( y ) C a u l . S y f t em . & r a t f e r .n i , Tom. III. Tab. I*