Hoofd 060 e^aa* van z ^n en ^an?erJ hoedani«
s t u k . * 8en men °P Maltha aantcefc en in de Mid*
dellandfche Zee (z).
pS hk' De &emeene Joodenfteenen komen glad voor
J%.u,‘is .o f geftreept. Men vindt ’er, die volkomen de
figuur van een Olyf o f Eikel, als ook van
Augurkjes o f kleine Komkommertjes , ja
van een Dadel of Peertje hebben. Veelen
zyn met een Steeltje voorzien , dat aan ’t end
een Kuiltje of Putje heeft , even als de na-
tuurlyke Zee-Appel-Pennen. Uit het Vero-
neefche komen ’er die geelachtig bleek bruin
Zyn, als ook uit de Engelfche Krytbergen,
tot welken die Knodsachtige met een by uit-
ftek langen Steel behoort, uit myne Verzameling
in Fig. 15, PI. 111, vertoond en de by-
zondere aartige van Fig. 16 , beiden gevoord,
doch de eerde boven rumv gegranuleerd. On.
der alle die zo menigvuldige Echiniet-Pennen,
door wylen den Heer W alch uit zy-
ne Verzameling van Petrefakten, op Plaat E ,
V I, in Afbeelding gebragt, bevinden zig geene
zodanigen. In Switzerland vindt men ’er veelen
die een Olyfachtige gedaante hebben, met
kleine Steeltjes, bleek blaauwachtig gelyk vee-
Je Switzerfche Petrefakten,
AP
f z ) Dat is de Natuurlyken .■ de Verfteende, zo vel als
defzatver Pennen , de JoedenJieentn , vorden, gelyk andere
Vetfteentngen, en onder dezelven , grotendeels in 't midden
van Europa ten rninfte binnenslands gevonden. Hoe
komt het dan, dat L inn&us kon zeggen? Lap. Jud, habitat
Aldaar komen , onder veele andere ftukjes^VIl,
en brokjes van Echinieten , ook die voor, welkeSTÜK#
insgelyks op Maltha vallen , en Kdpittelftokjes Kapittel-;
van St. Paulus (Bacilli de San Paolo) genoemd ftokjes-
worden, zo S c i l l a meldt, die ’er vetfchei-
dene in Plaat vertoont, met de Zee - Appelen
■waar toe zy behooren, welke een Soort van
Moorfche Tulbanden zyn, uit de Middelland-
Zee (a). Deeze zyn van Cylindrifche figuur,
maar vtrfchillen grootelyks, daar iD, dat eeoi-
gen glad zyn, eenigen Korrelig, anderen Knoe-
ftig of Takkig. Opmerkelyk is ’t , dat deeze
allen , byna yan dikte als een Pennefchaft,
ook een foort van dun Voetje, met een Kuiltje
daar in , hebben, gelyk de Natuurlyken. En-
kelden komen byna driekantig voor, en zouden
dus eenïgszins naar de zogenaamde Zwaay-
fteenen, tot de Ovaale G-tepelde Zee-Appels
behoorende, de Fortalitia o f Palisfaaden van
K l e i n , die men zeer zeldzaam verfteendaan*
treft, fchynen te gelyken.
De Naaldvormige Zee - Appel Pennetjes,Naalden,?
die men ook wel Jooden - Naalden noemt ,
worden wegens de kleinte minder opgezogt.
Zy zullen mooglyk zo gemeen niet z yn,
alin
0 :tana , unde ejieitur : dat'is. Zy wooneh in de Oceaan,
eiv worden aan Strand opgefmeeten. Mooglyk eenige weinigen
in Sweeden,
Ca) De Corp. Aiarln. Lapid. Tab. XXII! , XXIV en de
Natuurlyke, daar zy van af kom ftig zyn, Tab. XXI?.
x 5