j i 6 V e r s t e e n i n c e s ï
IX, Natuurlyke groofte voorgefteld. De Draaci»
stokK.D* achtige Vezelen, zig langs de Vlakte uitfprei-
Fu*}e. dende, eri op fommige plaatfen zig 'als tot
«»• Cylindertjes vergaarende , fchynen een derg©'
lyke manier van groeijing als in de getakte
Madreporen, of in de Hippurieten, aan te duiden
, en waarfchynlyk dienen zy tot vorming
van de daar op leggende Aftroiet, die met de
Fungiet één Lighaam uitmaakt; gelyk aan de kanten
blykt: want deeze Fungiet is ook met een fraai-
je fynftraalige Aftroiet gedekt. Ik geloof derhalve
dat, gelyk fommige Hippurieten zig Bekerachtig
uitbreiden , anderen eenvoudig gefternd zyn :
20 ook alhier de Aftroiet eigentlyk tot vol-
tooijing van de Fungiet ftrekt en de zitplaats
is geweest der Polypen, die aanleiding geeven
tot de groeijing der Madreporen ( x).
Toreufe Die Petrefakten van eene Paddeftoelachtige
Fmigieten. gguur ^ weifcg Vol Gaatjes zyn, hebben fommigen
tot de Alcyoniën betrokken 9 waarfchynlyk,
om dat dezelven ook een Poreus o f Spon-
gieus geweefzel hebben. De geftake , inmiddels
, onderfcheidtze, hoewel fomtyds niet
al te duidelyk, daar van, en brengtze hier t’huis.
De Hoogleer W a lch heeft driederley Poreu-
fe Fungieten geteld; gefteelde, naamdyk, met
eene verhevenronde of verdiepte Oppervlakke
en ongefteelde. Van ieder geeft KnoRR eene
Afbeelding CÓO» De Heer G u e t t a r d heeft
• op
(x) Zie het I,D. XVII. StuK, deezer Nat.Hi/!or!et hfodti
113, er.z.
op Plaat IX. twee fraaije Afbeeldingen * van iX,
zodanigen in Vrankryk gevonden, beiden Se-s^,y^D'
fteeïd, waar van de eene een uitgeholde, de
andere een platte Oppervlakte heeft. Verfchei *»,
de ongefteelde , van dien aart, heb ik onder
den naam van AIcyoniën bekomen, wier ge-
ftalte genoegzaam blyken d o e t, dat het Fungieten
zyn, Zy zyn uit het Hertogdom Berg
aan de Grenzen van *t Luxemburgfe of verder
uit den Eiffel, in Guliker - Land, afkomftig.
Eenigen vind ik met de kruipende Tubiporiet,
waar van ik hier voor gefprokeh heb , ge-
deeltelyk beloopen.- De geftalte is zeer on*
regelmaatig , doch in allen Paddeftoelachtig ,
en fommigen hebben eenig blyk van Steel.
Onder deeze Poreufe Fuügieten munt in stigmict.
fraaiheid uit, die van Blankenheim, een Graaf-
fchap tot hetTrierfebehoorende, aan d© Grenzen
van Gulikerland, in den Eiffel. Hier vallen
Verfteeningen die Tegelroodachtig zyn van
Kleur , hoedacigen men byria nergens anders
vindt. Deeze Fungiet, de helft breeder en
dikker dan ze is vertoond, heeft een dikken
Steel, waar op een Wrong legt, van boven
rondachtig plat, en met menigvuldige Gaatjes
o f Kuiltjes, die als met een Pontfoen daar in
fchynen geprikt te zyn* Dit zal de reden zyn,
dat
(y) Van de eerfte Tab, F. 3. Fig. 2: van de tweede Tab.
F. 4, Fig. 3; en van. de derde Tab. F. YU. a» P’S' 1 »
sn 't 11. D. 11. Stuk der Verfleen.de Zaak,
Kk t