iNiEi- ontftaat de Dropfteen in onderaardfche Holeö
ding. 0£ Spelonken. Veele Rivieren ook leggen *
by haare Overftroomingen , Laagen af van
Kley o f Kalkftoffen, en het Zeewater zelfs be-
dekt aan fomraige Kusten , inzonderheid aan
die van S y r ië , Egypte en Ysland , de Oevers
met Kalkachtige Velden , uit de diepte mede-
gefleept, die fomtyds Heuvels en Bergen maa-
ken van famengehoopte Kalk* en Keyfteenen ,
aan elkander gekleefd (r).
en biyk- Daar de f^otbergen. een gelykloopende, meest-
viotbcl-^e®l reëte en waterpasfe rigting hebben, en hun-
gen: ne Laagen regelmaatig afwisfelen ; daar zy
zelden geheel uit gelykaartig Vuurvast Gefteeu-
te beftaan , maar gemeenlyk flegts iets daar
van ingefprengd hebben j zynde grootendeels
uit Kley- en Kalkftoffen famengefteld; zo wordt
het zeer waarlbhynlyk , dat alle Vlotbergen op
eene
(r) Ferber Briefe aas IValfchland. bladz. 218.
(r) Zodanig zyn de Oefter-Bedden of Banken, eenigë
honderd Sehreeden lang , die rr en op verfbhei'de plaatfen
in Switzerland aantreft : fommgen van een geheel by.
zonder Soort van Oefters o f dergelyke Schulpen. In Vrank-
ryk vindt men zulk eenen , met anderen onvermengd ,
tusfchen Compiegne en Soisfons , aan den Weg, en een
anderen niét verre vau Bourdeaux; ook verfcheidene ïn
Engeland; ja zelfs, volgens P. F eu x l l ó e , ook in de Pc-
xuviaanfche Bergen en volgens anderen iri Noord - Amerika*
G r u n e r vin die Ëisgehtrge. Bern. 1750. III. Th. p. 95.
9f‘(
t) De Ammons• Hoorens, by voorbeeld, die by Bat!»
ja Engeland zo groot en menigvuldig voorkomen , dat
rtien
ëene dergelyke manier, geene op eenmaal , maar
de ééne Laag derzelven na de andere, door ciivi3*
herhaalde Overftroomingen en afloopingen des
Waters ontftaan zyn. E n , daar wy nog bo-
vendien * midden in \ Vaste Land, op hooge
Bergen eene afgryzelyke menigte van Zee*
Schepzelen , ten aanzien der Geftalte dik wils
nog gantfch onverteerd , meest in Kalkftee*
nen , aantreffenj daar dezeIven,op veele plaatfen
, by geheele Beddingen van eene zelfde
Soort, zonder andere daar onder gemengd , van
afgryzelyke uitgeftrektheid voorkomen ( r ) j
daar men in ’t midden van 'c Vaste Land Zee-
Schepfelen verlleend vindt, die zig niet dan
in de diepte der Zee onthouden ( j ) ; daar dé
bodem der Zee volmaakt met het Vasté Land
overeenkomt ('y) ; beftaande grootendeels uië
Laa*
ihénzè ’er gebruikt als Steen, om de Muuren der Huized
thedè te Aletzekn. Hier van vindt men op een Veld, by
Mandach in Switzeriand, een menigte brokken, wiër Óri-
girjeel ooit wel „ een Elle breed moet geweest zyn ; hoe:
groot menze ook in Bergen van een zwarten ÈeyachtU
gen KaJkfteen , aan 't Meit Ghampiain in Nootd. Ameii-
ka , gevonden heeft. Tegen vj. Staat van Amerika. III. D.
bladz s 1 o.
(v) MARStG; i Hifi. Piys, de. la M r , & Donatj, Ui*
naturaie del mare Adrhtico. p. 7. Dit zal waar zyn van"
fommige , doch niet van alle Zeeën. Zie de Waarneë*
»Pingen van D on ATI , ten den opzigte, op den Grond
■ van de Adriatifche Zee of Golf van Venetie, door my uit
dé Phil. Tranfati. gebragt in den Tegenev, Staat van h&t
Hé, I. i). bl. 6J7 , enz,
* G
itl, De Et, i, Sfuti,
Ü
i
m