Öootd lyk6r dC Afbee!ding > met het byfchrife vaB
«TüK Ferfteende Tanden , Glosfopetrce genaamd : en
J**4#**- daar nevens de Kaaken van een Soort van
Zite - Hond j dat is van den voorgemelden Zee*
Hond Cn) , waar van ik den Bek bezit, daar
mede overeenkomftïg, meer dan een Voetlang,
Hier in bevinden zig drie o f vier ryën van
•dergelyke Tanden. Waarfcbynlyk heeft men
d e e ze , om dat zy minder fraay zyn en zeer
onregelmaatig van figuur, minder in waarde
gehouden , hoe menigvuldig zy ook voorko-
men op Maltha (o) ; maar het is zonderling ,
dat menze by de voornaamfce Autheuren, ge-
lyk W a l c h en W a l l e r i d s , zelfs niet gemeld
vindt, in de optelling der Verfcheiden-
heden van Glosfopetren. Immers de eerstge-
melde onderfcheidtze niet van de driehoekigen,
waar van zy zeer verfchillen, gelyk uit S c i J
LA en B occone blykt: de ander verwartze on-
vergeeflyk: even o f S c i l l a de Canicula en
Vacca voor een zelfde Dier gehouden en dus
aan die beiden Tanden met effene kanten toe-
gefchreeven had : waar van het tegendeel uit
deszelfs eer fee Plaat en derzelver verklaarin»
zo blykbaar is (p) , a
Duitfche. D e Haaijen - Tanden , welke van onderen
3?LAAT. I.'
Fig. 7, meer
(n) Deeze is, onder den naam van fa c c a , i„ zyn ge.
heel, by Scilla in Fig. * , op PI. XXYUI, vertoond,
(o) Hufusmodi Dentet affatim in Mtiita effediuntur s z zet
Scilla van deeze, 6
sneer Vorkachtig * haar boven fmaller en ron-
der, ja fomtyds byna driekantig zyn , op de STyK<
kaDtén effen, hebbende eert blaautf* o f zwart*
acbtigë Kleur 5 hoedanigert in Duïtfchland ,
als ook 'de voorgemelde plaatsen ons Land *
in menigté gevonden z y n , mag men Duiïfche
noemen. Immers de Kleur, dié naar’t zwarte
o f Afcbgraauwe tre k t, onderfcheidü voor-
naamelyk de Luneburgfche , zo L e i b n i t s
aanmerkt; behalve dat zy ook kleiner dan de
Malthèefche zyrt , en niet in Steen zitten ,
maar in Aarde, Die Van R è t t k 1 u s j welke
hy voot een Tünenburglche af beeldt, is nog-
thaDs by de vier Duimen en dus zo lang als
dc grootfte Maltheefchem Dan ftelt hy ’er
nóg eenen onder deü naam van Gandavènjis
voor i welke derhalve van Gend zou fchycen
afkömttig tó zyn; .Die in ons Land vallen.*
hebben dérgèlyke figuur én grootte , als uit
de Afbeelding P t. L Fig. 7 blykt * zynde on-
gevaar e en Drum lang , behalve den Wortel *
en van gezegde ©eur4 Ik heb van dezelven
verfcheüene van verfchillehde figuur, en eend
g. éiithtig bruine in Kryt, van dert Oever der
Theems in Engeland. Deeze hü 2yrt zekerlyk
Van den bónten of Stern-Haay * dié niet zeideü
. >f.p) Syfi. MinJ • p> 15 5 .' zégt. zyn 'Ed. SclELA eontendit
hos Dentes [fcilicet Ori tntegtï] esf"e ex Piscibusj Canicula
, vel lracia ualis vQcacis; cjainn Cstchati® nonnifi fc-ncui?
g"ucknc DentibUs,