VIL bedding mïsfcbien nader tot de Veelftraaligen
H oofd- behoort, welke by L i n c k op Plaat XXI en
stok. XX IIi afgebeeld zyn (s).
Medufa- Van die Zee-Sterren, welken men gemeen*
jyjj bet Hoofd van Medufa noemt, komen, dat
niet te verwonderen is, geen compleete Ver*
lleeningen voor. Men weet , immers , hoe
teder en broofch die Schepzels zyn: zo dat
menze naauwlyks onbefchadigd kan behandelen.
Daar worden evenwel Fragmenten van, dezel-
ven Vevfteend gevonden , waar van fommigen
vry duddyk en leerzaam zyn. W alch heeft
’er toe betrokken , welke men naauwlyks daar
voor aanzien zoude (t) In tegendeel heeft hy
dat fchoone Stuk, ’t welk Küorr ’er voor
gehouden hadt, in ’t f. D. der Verjleende Zaa*
ken, op Plaat XI. c. afgebeeld, tot de Encri-
Dieten t’huis gebragt. Het zou zelfs met een
Steel zyn gevonden , gelyk zyn Ed. laatftelyK
meldt (* ).
m. (3) Verfteeningen van Zee - Appelèh.
Htlmintbl)*
MuiEcbi• 2 o zeldzaam als de Verfteeningen van Zee-
Echinic- Sterren
ten.
(s) Ik twyfel niet o f die indrufczel* op Leyfteeri, welke»
R oesel , op de XC. Plaat van het Derde Deel zyues In»
fektrn - Werks , voor Verfteeningen van Polypen opgeeft ,
behooten o*k tot deeze v eelftraa!ige Zee-Sterren.
(t) Ve twee Afbeeldingen, naamelyk , op zyne Suppl.
Plaat Vil. a , Fig. 9 , 10 Deeze ichynen tny veeleer tot dat
Zee - Pasteitje te behooren , waar van ik , bladz. 303, hek
gelproken.
(*) Natarforfcher III. StöK, hiadz.214. ]k heb ’er zodaisig
een,uit den zelfden oord; waar van in 't vervolg nadw,
V a n l e e • A p p e t e ij, 30?
Sterren voorkohien , zo geiüeen zyn die der yjj
Zee - Appelen , welken men E c h i n i e t k n I-Ioo.d-
noemt. ’t Is ook begrypelyk, dat de Schaal STUSa
derzelven , hoe breekbaar, eene zagte gelyke Ech,n,ettn%
drukking meer heeft kunnen wederftaan , dan
de Huid der Zee-Sterren, en tevens minder
verganklyk zynde , heeft dezelve zig in ftand
gehouden en is zelfs afgezonderd gebleeven
van de Moer, o f heeft gemaakt, dat men de
Steenkernen op zig zelf vindt : want veelen
komen zonder Schaal in ’t Ryk der Mine-
raalen voor,
De Echinieten zyn byna door geheel Europa legplaats,
verfpreid. Men vindtze.in Sweeden, Dcene-
marken en andere Noordfche Landen, dikwils
Agaathachtig verfteend. Zy komen veel voor
jn de Erytbergen van Engeland, in de Graaf-
fchappen Oxford en Kent, als ook by 's Gra-
vezendaanden Mond van de Theems, dikwils
van binnen gevuld met Key of Vuurfteen. In
Vrankryk vindt menze vol met Kalkftoffe,
by Rheims en elders. In Switzerland vallen
zy voornaamelyk op den Randberg, den hoo-
gen Mesmer en in ’t GraaffchaD Neuberg:
in
O ) Helmintbolitbut Echini. L.INN. Syft. Nat, XII. Tom.
III. Gen. 41. Sp. 10, Mus, Tesf. 94. Screber, Litbol. 103.
« . Echinorum Testte Lapidex. Wa l l - Min. 5*7. Echinites.
Olear. Mus. 22, 21. WOLT. Min. 36. GESET. Petref. 34.
N. I - 12. Gesn. Figur. t t t . b. 1 , 2 & ij s . b. 1 , a, RUMPH.
Muf, T. jo . f. 7 , j, & Tab. s9» f. C , E, F.
V 2
lil, DiELi I. STUK,