plaatfea voor. Men vindt in dezeK en derge- v in .
]yk verfchil in grootte, als ik in de Zee-Tal
pen opmerkte plaats te hebben (e). Van de
Walviscbpokken , Myters en Eendcfchulpen,
allen , met de voorgemelden tot het Geflagt
van Lepas betrokken, zyn de Verlieeningen
nog weinig bekend.
Aan de beftaanlykheid der Pholadieten heeft Phoiadle
_ , ; , , , ten. men lang getwyfeld. t Is evenwel thans zeker,
dat men de Openingen , waar in Phola-
den gezeten hebben, in verfcheide Stee-
nen ontdekt heeft ( ƒ ) . De zodanigen vallen
dikwils , in Klippen , Rotfen, o f Heuvels
van Kley, Mergel en graauwen Kalk, dje nog
in en aan de Zee ftaan o f geftaan hebben ,
en weleer doorboord zyn van zodanige Schulp-
dieren. Voor het overige komen dergelyke
Gaatjes, in Steenen, ook fomtyds binnenslands
voor; gelyk by Ariftorf en Muttenz niet ver
van Diekten , als ook in andere Landftreeken
van ’t Bisdom Bafel, fomtyds in een Marmer*
of Jaspisachtig Gefteente, in Piemont, by
Siéna en in andere deelen van Italië, in Kalk-
fteen; gelyk ook by Bologna en Trieste. Die
Steenen , echter , welke door W alch als
Pho*
It. D. II. St v k , Plaat K , K. I , en de befchryving aldaar,
fcladz. 472 , 481.
(e) Natuurl. Hifi. als boven, bladz, u o , enz. ’
(ƒ) Pholadain Teftse Lapides. Pholadit*. VVA2.Ï.» M bh
Tom. II. p. joö.
I I L D eel. I . Stu k ,