JifiEi- ren, uit den blaauwen w it, eenigermaate klïB-
D1J<0* kende. Voor *c gloeijen fmelt het en wordt,
met een geelachtig groen Vlammetje, tot een
witte Vlokkige Afch gekalcineerd. In Sterk
Water is het fmeltbaar met een witte Kleur,
Men vindt het gekryftallizeerd, gelyk men het
overvloedig uit Oostindie bekomt, en met
Zwavel o f andere Metaalen, op verfcheide
wyzen, getnine alizeerd. Hier toe behoort de
zogenaamde Blende en de Kalmey - Steen als
een Kalk van Zink , van verfcheide KleureD,
Het valt ook L vcrkleurig, Glimmerachtig
o f Schubbig, op ’t fchraapen rood,
Hec Pümth is een Metaal, dat zig niet
Sisnmth. volkomen laat uitkloppen, broofch, plaatig , uit
den geelachtigen wit. In ’t Vuur gloeijende
fmelt het tevens en geeft met Sterk Water
een helde re,.met Konings Water een geele
Solutie. Het wo rdt, door Kalcinatie , een
Tegelkleurig Glas, Men vindp het volkomen
en gemineraliseerd, met Zwavel, Rottekruid,
o f ook met Y z e r , enz.
^obaT' Het Ko^alt maakc een Metaal-Erts van
* veelerley Kleuren, dikwils grysachtig wit,rret
paarfchachtïge o f Paauwenftaartige Bloemen ,
ook uit den blaauwen ziende o f bruin , enz.
Het komt in Kryjlallen voor , als geminera*
liz erd zy de , met Hottekruid , Zwavel en
Yzer: ook in Scherven o f Slakken enz. Door
Strrk en Konings - Water, beiden, geeft het
een roode Kleur en door ’t Vuur een blaauw
Glas, Men maakt ’er het Blaauwzel o f Smalt
D E R M I N E R A A L E N, 7 ?
v an , door Kalcinatie, en dan zet z ig , boven
aan ’t Fornuis , *t gemeene witte Rottekruid.
Sommige Kobalt • Enfen, evenwel, geeven geen
blaauwachtig Glas , anderen geen Jrfenicum.
Met Yzer en Koper komt ’er een Koningje
van door Vuur.
B . Metaalen, eigenttyk.
Onder de Metaalen , die fmeedbaar Zyrt , Stam«*,
komt het Tin eerst vóór, dat een week Metaal
is , w i t , door 't buigen -knarfende, niet
klinkende. Het vloeit in ’ t Vuur voor ’c gloeijen
en geeft een geele Solutie iii Koningsw
a te r , doch door Sterk Water wordt het tot
een Wit Poeijer neergeftooten. Men heeft ’er
Kryftallen vaD. De Erts is zeef zwaar , ’t
Metaal een der ligtften.
Het Lood is insgelyks een week Metaal,PW««*,
van een byzóndere bleek blaauwe Kleur, dof
van Klank. Het vloeit in ’t Vuur voor de
Gloeijing, geeft eeö heldere Solutie met Sterk
Water en door neerüodting een wit Pöeijer ,
dat men Ceruis o f Loodwit noemt, waar in
het Lood door Zuur geheel verteert. De Kalk,
die *er van komt , i s , naar de verfchillende
trappen des Vuurs, w it, geel o f rood , en geeft
door Smeking een geel half doorfchynend Glas.
Het laat zig ook door Oliën en Alkalyne Zou*
ten ontbinden, en heeft derhalve veel aandoening
van de L u g t , geevende aan alle Solutiën
een
r
I