I I. K u n d m a n n ’er een e, die twaalf Ponden
Hoofd- zwaar was. De myne is ongevaar de helft van
*TUK* een K ie s , welke, gelyk die van D a v i l a ,
wel negen Duimen hoog en zevendhalf Duitn
breed zal geweest zyn , als zynde ook drie
Duimen dik en beftaande uit negen Planten
(*),
»eenders Dat men van Rhinocerosfen , Kemels, Paar*
Puffels, als ook vsnRunders, Schaapen,
Beeften. Bokken, Varkens , ja zelfs van Aapen en ander
Viervoetig Gedierte , nu'en dan Beende,
ren , Koppen of Geraamten gevonden heeft,
is uit de omftandige befchryvfng , welke de
kundige Hoogleersar W a l c h daar van ge-
gr'ven heeft , t overblykbaar» Tie minder is
zulks van de Herten (2) te verwonderen, die
van ouds her het algemeènfte Wild hebben
uitgemaakt. S p a d a fpreekt van een volkomen
Herts Geraamte, dat in het Veroneefcb
Gebergte gevonden werdt, de hardheid heb-
bende van Keyfteen. Ook maakt de geleerde
Noorfcbe Bisfchop P o n t o p p i d a n s van
yerfteende Hertshoornen, die in Deenemarken
gevonden waren, gewag , en de Heer v a n
B o r jn van anderen, met Yzer - Oker doordron
'*) In ** Ka’ inet van R ichter wordt van een P’er/ieendt
Snytand des O yphants gefproken; maar, aangezien dit Dier
geene Snytanden heeft, zal men ’et een Honds-of Hoektand,
we ke de gewoone Qlyphants - Tanden zyn, dpor ver-
fiaan moeten. Dit blykt te meer, alzo die Autheur hetzelve
Eiur fa J * nacmt> eR heeft de geleerde Walch hier oP
Ponsen, te Bareuth. Op andere plaatfen zyn m
“ daar van v o o r g e l e n e„ e*n g e h e e «
Ie Kop, die verfteend was , in Engeland met
het Gewey nog daar aan. Die men in Ier*
land vin d t, acht men veeleer Beenders van
Elanden te z y n , waar vair men een geheel'
Geraamte , in ’t jaar 1729» in Silezië wil op.
gedolven hebben, dat in een byzonder Werkje
is béfchreeven. Tw ee Jaaren daarna zoü
by Oedingen, in Westphalen ,eenElands Hoorn
zyn uitgegraven. ,
Ten deezen opzïgte zyn de Waarneemin-
gen van den geleerden Heer G u e t t a r o , genome^
Lid van de Koninglyk Franfche Akademie e1tARd,
der Weetenfchappen te P ary s , opmerkelyk.
Zyn Ed. verhaalt, dat men nu dertig o f veer-
tig jaar geleeden, omftreeks Etampes , (een
Stad die twaalf Mylen van Parys , op den
Weg naar Orleans, gelegen i s , ) een grootë
veelheid van Beenderen v o n d t, meest van
Herten, gelyk uit de daar by zynde Hoornen
bleek, doch daar onder ook eenigeü als Schaapen
Beenderen , en buitendien nog twee zeet
groate, verre die van al het zö tam als wild
Ge*
geen nek geflagen, toén hy des wegen dtiederley Vé.fteendé
Olyphants- Tanden fielde. Zie zyn IR Héél, bladz. 350.
(e) Zooliihus Cctvi. Syft. Nat. Mb Tom. III. Gen. 3 *
Sp. 2. Syft. Nat. V ilt p. 201. N: 2 Gesn- Pttr. 70. Pem*
ficatum cervi totali». Spada. p. 4 ’ . Cornua Cetvt Tatsm*
•Ü. f hil. Trans. N. 227. P- 4 ?S>»
O
UI. DEEL. I. STUK.