iNLEi-Karpatifche, Tyrolfche , Silefïfche, Saxifche,
pikö. die van den Haartz (b) , en de hoogfce Bergen
aan den Ryn (c), ’t zy geheel o f ten min-
fte in de diepte en op de hoogfte toppen ,
uit ééne der gedagte Stoffen, of uit Rotsftee-
nen, die uit verfcheidene derzelven famenge-
fteld zyn, beftaan: terwyl op die van mid-
delmaatige hoogte gemeenlyk eerst Kleijige
Leyfteen leg t, die weder Laagswyze gedekt
is met een Gebergte van Kalkfteen (d)*. terwyl
de laager Bergen uit enkel Ley,en de laag*
ften uit Kalkfteen o f dergelyke Stoffen beftaan
(e) : terwyl de Bergen aan de Kusten, op
veele plaatfen, Krytachtig zyn ; terwyl deeze
beide laatften gemeenlyk vol zyn van Ver-
fteende Zeé - Schepzelen , volkomen gelyk aan
die, welken men in ’t midden van ’t Vaste Land
v in d t; dewyl inzonderheid het Zee - water
fteeds met de Grondfcoffen der Kalkbergen
be*
(b) Ook de Hennebergfchen. GLAzER Verfuch etner be-
fibreib. der Graffchaft Henneberg. Suhl. 17 74.
(e) Alen vindtze daar , die geheel of grootendeels uit
Kwarts beftaan, gelyk in het Keur - Paltzilche, aan de Moe-
fel en de Hondsrug by Caftelann , Kirchberg en Altley
'uit Keizel, Kwarts en Agaat, by Oberftein, enz. Colli Ni
als boven.
(dj Voorbeelden daar van zyn de hoogfte Bergen in 't
Zuidelyk deel der Keizerlyk Duitfche Erflanden, als ook
in Tyrol en die van Ooftenrykfch Lombardie., Fe hb e r
als boven, p. 4 * 4°- Uit Schiefer o f Ley op Kwarts gezet,
teftaan de meefte Bergen tnsfchen Simmeren en Creuzach ,
volgens C ol l i Ni , p. 378, De vsbergcn in Switzerland
bezwangerd , en ze lfs, volgens het getuigenis Inle|-
der Ouden, op veele plaatfen terug geweekenD,KG<'
is; zou , uit hoofde van dit alles, het denkbeeld
der zodanigen niet zeer waarfchynlyk
zyn , die gelooven , dat de eerfte algemeene
Omwenteling op onzen Aardbodem door Vuur,
even als de volgende veranderingen door het
Water veroirzaakt zy ? Het Vuur zou de oud»
fte Bergen voortgebragt , ten minfte daar de
tegenwoordige Geftalte aan gegeven hebben,
terwyl naderhand de overigen daar tegen aan-
gefpoeld en opgezet waren.'
Dit Gevoelen, door den Heer Doktor G me- o f de
LiN , Hoogleeraar der Philofbphie te Gotcin uit Ayatet
gen, geopperd , ftrydt zeer tegen dat van d e n ^ ' |^ *
voorgemelden Sweedfchen Hoogleeraar W a l -
t E R i u s , die de geheele Aardkloot uit Water
fielt geboren te zyn ( ƒ ) . Dat denkbeeld is
wel by veelen der Ouden aangenomen geweest,
doch
uit losfe L e y , welke een Glasachtige Grondlaag heeft. Gau*
ner , Andrea, enz.
(e) Dit wietdt FE RB ER oogfchynlyk gewaar, op zyn
Reistogt uit Italië door Tytol, daar hy eetst Kalkige, verder
Ley * Bergen , en op ’ t hoogfte Granietbergen overtoog,
en toen weder nederdaalende, uit de bovenfte Landftreek ,
eerst Ley- , vervolgens Kalkbergen aaattof, eer hy in de
Vlakte kwam. Dus is het, merkt hy aan, met alle de overige
hooge Bergen in Europa gelegen: waar uit hy bef]uit,
dat Graniet de oudfte Grondfteun en als de Zuil dec Gebergten
is, waar op en aan alle anderen rusten.
( ƒ ; De Origine Munii, Stockh. 8c Ups, 1775. p. 81.
III. DEEL. I< STUK