fchoone Exemplaren, op de Papenheimer v r .
Kalkfchiefers voorzien zyn , als de vermaarde
K s o a , op zyne Twaalfde Plaat, tien m ge*
tal vertoont * kan niemand , vooral met die
ook zodanige Stukken heeft, hier aan twyfe-
len. De beroemde W alch zel f, die in t
eerst gezegd halt, de Aardwormen kunnen met
verfieenen (o) , is naderhand , misfchien door
het naauwkeurig befchouwen der gezegde Plaat ,
zo overtuigd geworden van de mooglykhnd
daar van, dat hy de Ferjteende Aardwormen
mede in zyne Syftematifche Optelling brengt,
en zelfs van een Slymigen Worm , die op der-
gelyke manier tot Verüeening zou gekomen
zyn, de Afbeelding geeft (b>
V i s wel waar, dat het de Wormen zelf met
zyn, doch dit kan men zeggen van alle Ver-
fteende Zaaken. ’tVerfteende Hout is het Hout
zelf n iet, maar het Lighaam des Houts heeft
tot de Vorm verftrekt voor de Verfteening.
De meefte Conchyliën zyn alleenlyk , na het
verteeren van de Slak, met een Steenmaakend
Vogt gevuld, dat in fommigen een Keyfteen
is geworden , maakende een Steenkern , die
niet de figuur van de Slak, maar van de hol«
ligheid vertoont. Even zo is de holte, welke
het Lighaam van een Worm in de Grond for»
meerfd)
Ver fleerde Zaaken II. ORE!., Hoogi, p. lS 5* Neerd.
Vel. B b b b b .
(b) Clas/tfieations - Tabellen, p, »?•