Ik - V
I I :
Ho?rn- ^er 0Iyphanten verdienen hier, om dat
s t ,k. $f. dikwijs voor Reuzen-Beenderen gehouden I
oiyphan- z yn 5 de eerfte plaats. Men wil geheele Ge.
raamten daar van , verfteend, gevonden heb. j
ben, en , wanneer men aapmerkt, hoe alMn
overlang, nu en dan , zodanig een Dier in
Europa is gebragt, aldaar geP.orven en be.
graven, wordt dit niet onwaarfchynlyk. Dus
vondt men , in ’t jaar 1655, by Burgton tus-
fchen Gotha en Langenfa.tza , een zodanig I
Skelet, en te Ijaden in Ooftenryk was al vroe« I
ger een dergelyk gevonden. Ten opzigt van
dezelven , nogthans , zo wel a’s ten aanzien
van de enkelde Beenderen , kan men dikwils
niet zeker weeten , o f die van Qlyphaqten,
dan van Rhinocerosfep o f zelfs van Kemels
en andere groote Dieren , gelyk Avc r- Oen-
fen o f Buffels en Paarden zyn. Die men ’’er
van gevonden h e e ft, zyn meest Rukken en
brokken (a) en worden veëlal uit de grootte
beoordeeld. De moeiten komen flegts ver-
kalk t, o f weinig van den natuurlykën flaat
veranderd , voor ; zelden vnn aanmerkelyke
zwaarte, hebbende een zoetachtigen Reuk,
die bederf aandüïdt en eene geelachtige witte
o f bleekgraauwe Kleur.
eenpen' De Tanden en Kiezen der Qlyphanteo, die
mes
mmM
[a) Gelyk die by Walch in Afbeelding gebragte n,
D, Tab, H , V.
a
l i i l l
meD uit den Grond d e lf t , zyn te duiddyker
kenbaar en de eerlten maaken het Gegrom. Hoorn.
Elpenbeen* , ü x in de Apotheeken , als een „ g e
Ëuurbreekend Middel, bekend is , uit. Het fotfik •
g e lyk t, zo wel als de Kiezen» zeer naar
de natüurlyke Olyphants - Tanden in figuur,
dat men zig, ten opzigt van ’t gegraven Eenhoorn,
daar mede niet ligt kan vergisten. Niet
alleen in ons Wereldsdeel, by Esperftadt, by
Camburg in Thuringen, by Hildburghauzen in
Frankenland , by Halle in Swaben , niet ver
van Bafel, in Italië en Horgarie, worden dee-
ze Verfteeningen gevonden , maar zy komen
Ook in Noord-Amerika en in Siberie voor (>).
Deeze Tatiden z y n ook, meestendeels, maar
verkalkt, zo wel als de Kiezen; gelyk ik daar
van aanzienlyke Hukken h eb , die van buicèn
byna natuurlyk zyn van Kleur, dat is geelachtig
of bruinrood , van binnen wit. De ze lfstandigheid
is fomtyds Bladerig o f Schilferig en
ook wel met zwarte plekjes o f Boomachtige
figuurtjes getrippeld. Men vindtze fomtyds
glad, fomtyds ruuw van buiten. Zelden hebben
zy de hardheid en natuur van den Agaat-
fteen. Men heeft Tanden tot v ie r , v y f en
zes Voeten lang, gevonden en tot honderd of
anderhalf honderd Ponden zwaar: doch de
meesten zyn fragmenten. Van do Kiezen hadt
' K o n d »
(&)lGmelïN Reife dttreh Siïerie’
ÏU. De el . i . stok.