[PR
l i f e
tISeS
ÜSl
II1 in Sm iNLEf dit een begin geweest is van de Dagelykfe
DIK6' omdraaijing des Aardkloots op den As , die
den eerften Dag reeds plaats hadt; (want het
was Avond en Morgen geweest;) dan volgt
uit de onveranderlyke Wetten der Zwaarte,
dat de zwaarfte Stoffen meest naar ’t middelpunt
zyn gezonken , zig affcheidende van het
Water. De Oppervlakte zal vry gelyk zyn
geweest; zodanig evenwel niet, o f daar blee-
ven holten in dezelve , welke tot eene Vergaderplaats
der Wateren ftrekten. Ook zyn
’er al vroeg Bergen geweest; dewyl men van
Rivieren le e st, die het Paradys bewaterden*
Maar* dat de broeijingder van het Water doordrongen
Aardachtige Stoffen, Zwavels en Zouten
, kort daar na , Uitbreekingen van Vuur-
kolken veroirzaakt hebbe, door welken gedagte
Graniet* en Porfierfteenen- o f Kwarts en Key-
Gebergten reeds voor den Zondvloed zouden
voortgebragt zyn ; dit komt my , hoewel niet
onmooglyk , Dogthans , om dat ’er van zulk
een algemeenen Vuurbrand Op den Aardkloot
nergens gemeld wordt, niet zeer geloofbaar
voor.
De eeifte Daar zyn echter , die z ig , mooglyk niet
iesftCSd-d zonder Grond, verbeelden, dat de Aardkloot
kioou is in .t eerst beltaan hebbe uit veelerley Laagen
m * van Stoffen, door het Vuur gebooren, ’t welk
waar-
(k) The S‘ f ’pture Theory of the E*rth. als boven , p. 97.
{I) indien zulk eene Omwenteling, als ’ t ware, by geval
£C.
waarfchynlyk de Stoffe heeft uitgeleverd, daar IwL*i*
op den eerften Dag het Licht van kwam.DINC*
Toen fcheidde de Almagtige dit Element, dat
zyne werking op de Stoffen der Aarde gedaan
hadt, daar van a f , en verfpreidde hetzelve
gelykelyk tot verlichting en verwarming, door
de onmeetbaare ruimte der Hemelen. Op den
tweeden Dag werdt het tweede Element, de
Lugt, afgezonderd, om den Dampkring te
maaken ; doch zodanig niet o f dezelve kon
ook nog op en in de Aarde werken. Kan die
affcheiding ook tevens oirzaak geweest zyn
van de algemeene Aardbeving, door welke, zo
men onderftelt, de bovenfte Laagen des Aardkloots
overhoop geworpen zyn en dus die af-
gryzelyke Klompen van Gebergten, welke
niet dan eene verwoesting o f louter Woestheid
vertoonen, veroirzaakt hebben (&) ? Alles,
inderdaad , dat de verbeelding, volgens de
gewoone werkingen der Natuur, hier toe ver-
eifchen z o u , ziet men, gelyk ik heb gemeld,
was ’er tegenwoordig. Een Aardryk met Zouten,
Zwavels en Mineraalen vervuld en van
Water doordrongen: een uithardende Lugt
en Vuur ! Maar de Onderftelling fchynt te
veel en derhalve niets te bewyzen (1). Zo wel
heeft
.'vu
Ü S
gefchied mogte zyn , zou daar uit veel grooter verwarring
moeten zyn gefprooten : dewyl de Aardkloot alsdan als in
zyne Fondamenten aangetast ware geweest.
III- Deel. I. Stuk.
I