„ de zogenaamde Zee-Palmboom,welken de Héér
, , G u e t t a r d in een Vertoog over de EnkrF
„ nieten en Sterrefleenen befchreeven heeft (z).
, , Onder de VerfieendeZaaken is het die zelfde
„ Soort van Pentakrinietén, welke de Heer Bai>
„ d e r te Altorf hadt gevonden.”
■ yan de eigeUtlyke Enkrinieten of LelieBee-
nen komen op verfcheide andere plaatfen, dan
de drie gemelde , Exemplaaren voor. Zy vallen
Au tbepc*
rieten.
Zeldzaam
heid dee-
zei feitefakten.
in eenige deelen van Switzerland, als ook
in ’t Weimarfche, in Lotharingen en Frafiché
Comté; maar zeer zeldzaam. Zelfs heeft dit
plaats in ’t Brunswykfe, by Erkercde, alwaar
men bet Vaderland der Enkrinieten heeft gei
fteld gehad» Dit Dorp, i s , omtreDt twee
Mylen van de Hoofdftad, dlgt aan het Woud
den Elm, gelegen. Men heefcze aldaar in de
fchuinte van -een Heuvel * die met Bosch en
ander Hout begroeid is , naauwlyks anderhalf of
twee Voeten diep onder de Vrugt - Aarde , in
een Kalkfteen gevonden , die met een menigte
van- andere Verrteeningen is opgevuld. Over*
vloedig vindt men daar in enkelde Trochieten ,
als ook Entrochieten, van zes, acht, tot twin*
tig Geledingen , die brokken van Steden zyn s
maar de Kroon of Bloem komt zeer zeldzaam
voor. Veel doet hier toe de brooschheid van
*t
(et) Mem. ie iAsai. R. in Sciences , de 1755: zie het
v i . Deel de: Üitgeiegte Ver bandelingen, bladz, 3S$. Plaat
£L?I,
*t GeBeente , door ’t welk in Bukken te Baan &
de meefte Enkrinieten , die ’er nog in zyn , Hoofd-
befchadigd, gebroken of vergruisd, ten minBe ^
van haare Steden beroofd worden. Naar eene poriettn*
Enkriniet met. een Steel * buiten de Matrix,
is op bevel van den voorigen Keizer gezogt,
doch men heeft ze toen niet, fchoon ’er honderd
Daalders voor gebooden werdt, kunnen
bekomen. Naderhand is ’er zo eene, met een
Steel van zes Duimen langte, gevonden (a).
Ook heb ik zelf een kleintje, geel van Kleur,
met een Steeltje van een Vingerbreed langte;
afkomftig van Bulvenich in den Gulikker Eiffel*
Daar zyn, waar aan men door Konst een Steel
gemaakt heeft, die zig vry natuurlyk vertoont*
Ik zag , nu twee o f drie Jaaren geleeden ,
een zodanigen, daar de Steel kon ingeBoken
en uitgehaald worden. Losfe Enkrinieten, die
onbefchadigd zyn , komen ook vry zeldzaam
vöor ; doch inzonderheid die gefteeld zyn ,
zelfs in ’t Gelteente zittende; om dat ’er tot
het graaven weinig gelegenheid is , en de meesten
, by ’t breeken van den Steen , vergrui- "V
zen. Het Werkvolk weet dezelven fomtyds
op de een o f andere manier te herftellen, en
op nieuwste zetten in ’t Gefteente, waardoor
men dan meer of min bedroogen wordt (b). Ik
(a) Beytrege fur Naturgefchichte, Altenb 1774. p- IJO.
( i j z ie dit alles bieeder in een Brief van den Pastoor
Msinecke aan den Hcogleetaar WALGH, Natttrf, Stü£ ,