VIII. ze in 't Wurtembergfe, als ook op ’t Eiland
H oofd Sheppey aan de Theems. Naar deezc gelyken
. zeer, die van Verona, uit myne Verzameling,
taiiete«. wanr van ik in Fig. 13 de Afbeelding geeve;
hoewel zodanigen tot de Europifche Posthoo-
rentjes fchynen te behooren , welken de Heer
LiNN-ffius in *t Geflage der Slakhoornen betrekt
(s). Ik heb ’er ujt de EDgelfche Krytber-
gen één, dat zeer fraay i s , met eenen gezoom-
den Mond.
siakhoor- Het Voorwerp van Fig. 14, maakt een zeer
J4< fraaije en aartige Verfteening uit. De Fran-
fche Heer D a v i l a heeft daar van eerst ge-
wag gemaakt, in de befchryving van zyn ryke
Kabinet, en ook de Afbeelding, doch wat
gebrekkelyk, daar van gegeven ( t). Hy noemt
het „ een Verfteeride Zee - JBuis der Indiën ,
j , die zeer zeldzaam is. Een van derzelven En-
, , den windt zig fpiraal met vier gezwollen Gie-
j, ren , maakende een verheven T o p , gelyk
,, in de Slakhoorens die men Culs de Lampe
„ noemt (y) ; terwyl het andere zig in een
,, regte Lyn , die een weinig bogtig is , ver-
„ langt, om eene Buis te maaken, met Plooi-
,, jen in *t ronde, die naar zeef naauwe rim*
„ pels gelyken, bezet, hebbende een zyde.
„ ling-
( jj Zie ‘t zelfde s t u k , bladz. 419.
(t) Catalogue raifonné. Tom. III. p. 5p. N. jo . Tab.
(v) Volgens den gemecnen trant zyn dit de Langkevtndt
'Tollen, dié de Gieten tot aan den Top geknobbeld heb»
' ' ' ben,
wSSSSm fiülM
lingfe platting fcherp gekield , over de ge'HooFD*
beele langte.” Zyn Ed. vertoont hetin tweeSTUK#
ftukken, waar van het ééne een byna regte j w .
pyp i s , derdhalf Duim langen drie vierde Duims
breed; het andere byna van grootte en figuur
als ’t myne , hier afgebeeld in Fig. doch
hetzelve is maar aan den eenen kant met die
rimpels bekleed , welke aan den anderen kant
meest afgefleepen o f afgefleeten zyn. Het
Top-end eindigt,met zyne gezwollen Gieren,
in een ronden verheven Knop en maakt dus de
figuur van een gewoone Slakhoorn; gelyk ook
het zyne zig vertoont. De rimpelige Huid is
wit en Kalkachtig; het Lighaam anders geheel
en zuiver Hoornachtig doorfchynende Chalce-
doon Daar is aan ’t afgebroken end een ronde
opening , die maar een Duim diep inloopt
en aldaar Kegelswys’ eindigt.
Wat nu myn denkbeeld omtrent dit raare
Petrefakt aangaat: W a l c h telt dat van D av
i l a onder de Vcrmiculieten, die ruim doch
niet zo rezelmaatig gewonden zyn, met eene Spiraalachtig
gedraaide Staartpunt ( v j . Door de
genen, die dan regel naatiger zouden gewonden
zyn, verftaat hy de zogenaamde Hoort.fl nge-
tjes van R u m p h i u s , Plaat X L L Nomm.
I»
ben, op een hobbeligen Grond en den Top zeer fpits; ’t
welk in geenen deeie met zyne Afbeelding ftrookt.
lw) Vtrjl einde Zaak'*-'II. Deel. XVI. Hoofdftnk , bladz,
464.