IifLEi- ’t welk het Goud overlaat en dus loutert. De
DING* Kwik verbindt zig met alle Metaalen tot A-
malgama o f ftrykbaare Stoffe, uitgenomen met
het Yzer en de Platina. Deeze wederom
heeft zulk een verwantfchap met het Goud ,
dat men haare vermenging daar meede naauw*
lyks ontdekken en hetzelve bezwaarlyk daar
van affcheiden kan. Ik zw y g ; hoe het W a ter
, met ' Zouten o f Zuuren bezwangerd,
het ééne Metaal ontbindt en *c andere
weg flo o t ; gelyk uit de Solutie van Koper,
door Sterk Water, dat Metaal nedervalt, wanneer
men ’er Y ze r in werpt, en het Yzer w e derom
door ’t indoen van Loogzout; als ook
hoe het Konings-Water alleen op Goud, Tin
en Platina werkt, geenszins op Koper, Y z e r ,
enz.
misfchien O f , nu , dergelyke oïrzaaken ook gewerkt
derzelver hebben op onzen Aardkloot, wanneer een
menig ce Delfftoffen van gelyken aart op fom-
zondefe 7 mige plaatfen nedergelegd zyn ,• gelyk die on-
piaatten. deraardfche Schatkamers van Steenzout in Poo-
len; die ophoopingen van Zee - Zout in de Kas*
pifche , en Bronnen van Steen-Olie aan de
Zwarte Z e e : de Voorraadfchuuren van Zwavel
<*») Gelyk de Bergen ,als ’tware, de Oeftilleerglazen zyn,
door welken het Water des Dampkrings vergaderd wordt om
Wolken, Regen en Rivieren te maaken; zo fchynen zy ook
de Stookhuizen det Natuur te zyn , tot bereiding van de
Metaalen en Mineraa'en, die, als uiteen Smeltkroes, Aders-
wys' door dezelven loopen.
velftofFen in het Napelfche en fommige deelen Inlei-
van Oostindie, van Steenkolen in Groot B r it-DIKG*
tannie. O f het ook daar aan zy toe te fchry-
Ven dat men de Diamanten en andere Edele
Steenen meest vindt op Ceylon en aan de
Vatte Kust van Indie , als ook in Brafil: dat
men de grove Metaalen, Yzer en Koper, meest
aantreft in de Noordelyke koude; de fy n e ,Z ilver
en Goud, in de Zuidelyke heete Streeken;
hét T in , Lood, Kwikzilver flegts in byzonde-
re deelen des Aardbodems: terwyl veeie vlakke
Landen als van Metaalen ontbloot z y n : dat
men die voornaarnelyk in de Gebergten vindt:
dit alles fchynt eenigszins bedenkelyk (m).
Ondertusfchen is ’t z e k e r , dat alle de ge- .Vceie
dagte oïrzaaken gezamelyk hebben kunnen wer daar toe
ken, om , ingevalle de famenflellende Stoffen pénde'.00"
van de Oppervlakte des Aardkloots bevoorens
regelmaatig geplaatst zyn geweest , dezelven
eenigermaate in wanorde te brengen, ’t Geweld
der Aardbeevingen en Vuurbraakingen
fchynt, volgens de Hiftoriën, weleer grooter
en algemeener geweest te zyn dan in de laatere
tyden. De Kentekenen daar vaD zyn menigvul •
diger dan men denkt ( ri). Dat alle Bergen door
Aard-
(n) De Franfche Heer Desmarets , Lid van de Xöninglyke
Akademie der Weetenlchappen van Parys, bragt my, eenige
]aartn geleeden , brokken Lava , die zyn Ed te Hoorn in
Noord-Holland gevonden hadt, onder de zwaare Srsenen,
aldaar aan den Zeekant leggende, waatfchynlvk uit Noorwegen
afkomftig ; hoedanige ik naderhand óok onder da
Dykfteenen te Medenblik heb waargenomen.
111. Deel. 1, stuk.
W I H M