Inlei- mengegroeide Lighaamen, onder de Hoofdnaa-
D*NG' men van P b t r j b , M i n e r a en Fo s s i . Drie Klas- r r. _
/en van LiA. lederJviasle was in drie Rangen verdeeld.
tiNKaus, aJs vd g t
I. PE TRÆ,
i. Lap. Apyri.
2 —— Calcarei,
3? —— Vitrescentes.
II. M i n e r æ .
1. Salia.
2. Sulphura.
3. Mereurialla.
III, F O S s I L IA ,
S t e e n e n ,
Vuurbeftendige.
Kalk worden de.
Claswordende.
M ï n s t o f f e N.
Zouten.
Zwavels.
Metaalen.
D e l f s t o f f e n ,
1. Terrae.
2. Oncreta,
3' Petrificata,
Aarden.
Samengroeizels;
Verfteeningen, j
In de Zesde Ukgaave van het Samenftel der
Natuur, ’t welk die Groote Geest verfcheide
naaaen heeft nagezien en t’elkens verbeterd,
zo de Heer W a l l e u i u s z e g t ; zyn de
HoofdKlasfen de zelfde gebleeven , doch de
R ^ fc h k k in g een weinig verplaatst, naame-
lyk dus (0). j, p E.
(o) Car I INN. Syß. Nat. Lips. 174«, fecundum Sextam
Stockholmiejifem emendatam et auftain Editionem.
DER M I H E * A t O G I E j m
I. P e t r a . S t e e n e s » DlI NnOlb. 1’
T . Vitrescentes.
2. Calcariæ.
3. Apyræ.
Glas wordende.
Kalk wordende.
Vuurbeftendige.
II, M i n e r a . M yn s t o f f e n .
1. Salia.
2. Sulphura. 1
3. Mercurialiai
Zouten.
Zwavels»
Metaalen.
III. F o s s i l i a. D e l f s t o f FEN.
1. Concreta.
2. Petrificata.
3. Terræ.
Samengroeizels:
Verfteeningen.
Aarden.
In de Rangfchikking ziet men dus reeds een
aanmerkelyke verandering, welke naderhand ,
in de Twaalfde Uitgaave van het Samen lie f
der Natuur, wederom grootelyks hervormd
i s ; des ik daar Van op het laatfte zal fpreeken ,
na dat ik nog eenige Stelzelen, welken op die
van den Ridder gevolgd en ten deele ook daar
op gebouwd z y n , zal voorgedragen heb«
ben Qp).
In
(p) Primas anno 17J6 Lapides in Methodum Syftemati«
çam dispofui, conftituendo Généra fixa Charafteribus de-
finita, quæ non omnibus invifa faiste ex Scriptis fuccesforusn