X. tegenover elkander, voortkwamen; bykans gelyk
stuk^ eeQ ^a^m^00rns'T w y g ia *t klein. Dat zy ui«
*Koriin. Leedies beftonden , toonde het Mikroskoop,
nieten* Maar het zo duidelyke uitftek van ieder Leed-
je , dat men in de Natuurlyken waarneemt,
was door de Verfteening onkenbaar geworden,
en misfchien zal het ook eene Verfcheidenheid
van ’t gezegde zyn.
Kotallyn. „ T o t deeze-Korallynen (ze g th y ,) behoort
j , buiten twyfel nog eene andere hier voorko-
s, mende Verlteening. Z y is klein maar aartig
5, te befchouwen. Even als o f uit eene half
, , opene of ook geflootene Tulp eene andere,
„ en daar uit wederom anderen, allengs ver-
„ kleinende, in de hoogte waren opgegroeid,
„ vertoont zig dezelve. Deeze Leedjes, waar
„ van ik tot tien o f twaalf boven elkander tel-
j , len kan, zyn meer Kogelrond dan langwer-
, , pig. De volkomenfte zyn door Infnydingen
,, als in Blaadjes verdeeld, welke boven een
„ weinig uitwyken , met een ftomp puntje.
,, Zelfs in de vorm, daar zy gelegen hebben,
33 is die geftalte duidelyk zigtbaar. Het ge-
33 heele Lighaam is verder met zeer kleine,
„ ze lfs, dat te verwonderen is , ook verfteende
„ puntjes, als kleine Haairtjes, bezet. Daar
„ h e t door de Lugt geleeden heeft, zyn de
„ Kogeltjes van Sleufjes ontbloot, hebben een
„ fchpo»
Ca) Sertularia Antennina. Nat, Hiß, l. D. XVII. STOK,
blad*, sjj. Ellis. Tab. IX.
, fchoone Kleur als Yvoor, en vertoonen zig X.
„ als aan elkander gereegene Kraaien.” H e t ^ D -
kwam hem zeer overeenkomftig voor, met het
Spriet - Korallyn van den Heer L i n na ïüs fa ) , nieten.
Voorts vondt hy nog verfcheidene, tendee-
le Druivënvormige, ten deele Bloemachtige
Leedjes - Korallynen ; inzonderheid zodanigen ,
wier Leedjes Rolrondacbtig , in ’ t midden dikker
waren, als een Tonnetje; doch deeze o f
te onduidelyk o f niet tot eenige bekende Soort
t ’huis te brengen zynde, flapte hy over, Dat
*er van het Gehoornde en gebaarde Koraalmos,
niet ver van Praag in Boheme, op zwarten ,
als ook by Brendola in V Venetiaanfch G e bied,
op witten Kalkfteen voorkome, vind ik
aangetekend (b). Veelen der Dendrieten en
Graptolithen, die allerley Soort van Boom- en
Boschachdg Mos op ’t Gefteente voorftellen,
gelyken zodanig naar Korallynen, dat men zig
ligtelyk daar in vergisfen zou kunnen: terwyl
het loutere Natuurfpeelingen zyn o f Takfchie-
tingen van eenig Zoutig Metallyn V o g t,g e ly k
de nabootzing dpor Kon st aan toont.
(8) Verfteeningen van zig beweegende Plant- ,
dieren, , Utbus Pen*
natuU,
\ T p fm Verfteende
Zee - Pen-;
nen.
(i) GMELIN Nütur - Syfitm. IV. p. I*S-
(8) Helmntkolithut Zaophycoran» fe moventiura. Mihi,
Pp 3
II I. Deel, I, Stuk«