X . eene vyfbladerige' Bloem : 5. Met eene Ta'K
Hoofd- vormige Tekening: 6. Met afgebrokene Sfraa-
S™K' J en en onregelmaatige trekken: 7. Met ver-
ïUtTn. tp°' fcbeiden Omtrekken; 8. Met een uitpuilenden
Rand en verhevenronde zydvlakte: 9. Met fterk
verdiepte en tevens fyn geftreepte boven* en
onder - Vlakten : 10. Met fyne Wratjes of
Korreltjes aan de zyden bezet: u . Dergely»
ken met grootere Wratten.
Veele A ut beu ren hebben o ver deeze Petre-
fakten gefcbrecven en Afbeeldingen daar van
medegedeeld (xj. Ook komen ’er, onder de
Veifceende ^aaken van. k h o r r ^ eenigen
voor, (y). Men vindtze door geheel Europa
vry algemeen onder de Verfceende , niet onder
de Verkalkte Conchyliën en meestal in
eene Aschgraauwe Spaath veranderd. In de
Noordelyke deelen, als ook in het midden van
Duitschland , byzonderlyk daar de legplaats
der Enkrinieten is , komen zy wel allermeest
voor. Dit is zeer ligt te begrypen, alzo zy
buiten twyfel Leedjes uitmaaken van dat Schep-
zei; gelyk.uit deszelfs. Stcelen blykt. Gemelde
veranderingen moeten uit een Soorteiyk ver-
fchil, dat voor onze Nazaaten nog te ontdekken
(jr) Z;e Kcsinus d e LithtzaU LANG- Hifi. Lap. H e lv e -
tu . p. 6 2. Tab. XX. B .urouet des Petrificatlons. Tab
Ï.VIH. Ho ïER d e Pelyporiiisi A t l . H e s v e t , Vol. f f . p , l 6 ‘
LurD. Lukopb' Britann *
(y) In *t I. De e l , Plaat X*XV, XXXVI. en UI. D iu
Supplem, Plaat IU, b, Fig. i . ' *>
ken i s , ontftaan, Ten minfte is het z e k e r , x,
dat men tusfehen de Gewrichten, der hier voor Hoofdt
gedagte Soorten van Enkrinieten, reeds een
^anmerkelyk onderfcheid heeft waargenomen, rieten.
Wanneer twee o f meer Raderfteentjjes fa- EntrcH
mengevoegd zyn , dan maaken z y die P e tre -clueteE*
fakten ui t , welken rnen Entrochieten noemt
p f R o l s t e e n e n . Deeze benaaming is zeer
eigen , wegens derzelver Cylmdrifche o f Rolronde
figuur en komt vry wel met den Hoog-
duitfehen naam, Raclerfaulenfteine, overeen,
Ï m p e r a t i hadtze Column® Judaica, geheten,
om dat hyze voor een byloorc der Joa-
denfteenen hieldt. L 1 nn m ü s noemtze Worm-
Jteen van Edel Koraal met uitgegulpte Leedjes
( 16) . Die benaaming ziet eigentlyk op.
de Brunswykfe o f meest en oudst bekende Eu»
trochieten en anderen, dié men in Duitschland
vin d t, terwyl door de Helmintholithus Entro-
qIiu s , voorgemeld, van zyn Ed. inzonderheid
de Gothlandfe bedoeld worden- Hy on-
derfcheidtze daar van door den Soortnaarp
Helmintholithus Juturatus , dat is Wormfteen
piet Naaden ; even o f die andere ze ook niet
had. Ik zal op deeze Gothlandfe nog een
weinig Itaan blyven.
Daar komen op Gothland zodanige Rolftee- Gothiandnenfe’
(16) Heimixtholithus Jfidis Genkulis lepandis Syjl. Nat^
TH. Tom, 3. p. 167. Sp, 16. Entiochus. Wolf. Hasf, T. 4.. f ,
ï , Gesn. de Fig. lap. Pol ' 89. verfo. Fig. 2.
Mm 5
UI. Deel, IvSrwx«