X. ( 3) Verfteeningen van Zee * Heejiers»
Hoofds
tu k . Van die Zee-Gewasfen 9 welken onze Kid-
Hi^'h ^ei Gorgonice gsnoemd heeft, gemeenlyk Zee-
lubt'ittGor- Heesters genaamd (a;), komen ook Verftee-
vMftëendc ningen voor. Zeer zeldzaam vindt men ’er
Zee-Hees- onbefchadigde (lukken van , en de meeften zyn
*en‘ J niet zeer duidelyk , zodanig dat men zelden
de Soort kan onderfcheiden. Van de Takkige,
dat is die vrye Takken en Twygen hebben ,
heeft men Daauwlyks voorbeelden Gy). Evenwel
zou men mogen vraagen, of cenigen van
d ie , welken de geleerde W a l c h , als van ’t
Noorweegfche Steenhout afkomftig , opgeeft,
niet wel daar toe te betrekken kondeD zyn(z)*
Dergelyk vindt men in 't Graaffchap Neuf-
chatel in een Kalkachtig Gefteente leggende
en van die natuur. Verfcheide Stukken, welken
men voor Wortels heeft aangezien , kunnen
ook daar toe behooren. Het Origineel
moet het Zwarte Koraal, zogenaamd, de Gor-
gonia Antipathes van L i n njEü s , of dergelyk
zyn. Die, welke de Heer G uet tard
op zyne Plaat L V . af beeldt, met Aftroïeten
ge-
(3) Helmintholiihus Zöopbytcmm Frutescentium. Mihi. Co -
ralla Origine CorneS , tenuiora Ramofa, Reratophyta. WALt.
Syft. Min. II. p. 443.
( x ) Zie het I. Defls XVII. Stuk , van deeze Nat. Hifi.
f i . Hoofdft. bl. 394, enz.
(y) De cude Gesner heeft zekerlyk alleen het Natuur-
lyke Zee-Gewas bedoeld met zyne Afbeelding, p, 135,
de
/
■ H H H kI01WLé
gedeeltelyk begroeid, kon wel het Wor- X;
tel-Stuk zyn van zulk een Zee - Heefter (a). ST° ° ?rt”
Van die Zee * Heefters , wier Takjes een Gtr^
Netswys’ Geweefzel uitmaaken , gemeenlyk«^«»-
Zee-Waaijers genaamd, vindt men, zegt Walch, w^Je'r<
of enkelde Stukken , op Steenen plat leggende;
o f Afdrukzels op Leyfteen ; o f brokken vaa
Stammen o f van de Wortel vlakte. Deeze laatften
komen by Wieliczka in Poolen op Steenen voor,
zynde glad en van eene witachtige Kleur. De
Stamftukken kan men naauwlyks , als gezegd
is , van de voorgaande Takkige onderfcheiden.
Het voorbeeld, dat zyn Ed. van een zödanigen
Boom, zeerfyn op een Saxifchen Mergelfteen,
van by Dresden, leggende, uit zyn Kabinet gegeven
heeft, vertoont niets van dat Netachtig
Geweefzel, den Zee - Waaijeren eigen , noch
ook van de daar door loopende Takken, en
wordt te regt van den Heer Sc h u l z e , niet
tot de Gorgonia Fldbellum van L i n NjE üs ,
maar tot de Ventalim t’huis gebragt (b).
Dit Ze e -Gewa s, naamelyk, ’t welk ik Platte platte zee-
Zee-*wmt
de Figi Lapidum, niet het Verfteende , gelyk walch zig
verbeeldde. Verft. Zaakfin. 11. D. li. Stuk, bladz. 220.
( z ) Verft. Za.cik.tn. Pl. F VII. a t f ï g, 3 , en G. I. a.
Fig. 2 - 7.
(a) Of beiden, dan eeneder Soorten van WALLERius hier
toe te betrekken zyn, of tot de volgende, doet weinig ter
zaake.
(i) Verft. Zaakgn, als boven, bladz, 343. Pl, F. VII. i>*.