I*R!
lIS^MTfiiï.Öj
Hm
mm
m§h§
^m,: )j
I I
}
ISLi'
Inlei
dimo.
ten honderd Etmaalen in een warme Digeveele
vreemde
Deeltjes.
ftie houdende door middel van een brandende
Lamp, geen aanmerkelyke veelheid van Aarcle
daar uit bekomen (g). |g
Het bevat Gezegde W a l l e r i u s wil wel die voortbrenging
van een weinigje Aarde,uit het Water,
niet aan eene verandering, maar aan eene
andere famenbinding der zeer harde Deeltjes,
welke in het Water z y n , toefchryven. Gelukkig
moeten die Deeltjes zig dan maar in
een zeer kleine veelheid bevinden in die Vloei-
itoffe : want anders zou de ftremmïng van
Water tot Y s , waar uit inzonderheid de hardheid
deezer Deeltjes b ly k t, hetzelve geheel
tot eene Aardklomp maaken. Ondertusfchen
toonen veele Ondervindingen genoegzaam , dat
het Water nog ongelyk meer vreemde deelen
bevat dan de L u g t.. Waar van anders die on-
gemeene vcrfchilleudheid van Rivier-, Regen-,
Sneeuw-, Voorjaars, Zomers, Najaars, Sloot-
en Z e e -W a te r? Is niet even helder Water ,
minder fmaakelyk, zagtofhard, ligt o f zwaar?
Sommig Water veroirzaakt Verpoppingen der
Klieren en Steenige famengroeijingen-, zo in
de Ligha3men der genen die het drinken, als
aan de kanten der Kanaalen , aan het daar in
groeijend Riet o f Biezen, o f daar in leggende
Lighaamen ; gelyk zulks zo aan de Waterleidingen
van Arcueil in Vrankryk, als aan de
Rots,
(r) Mem. de l'Ac ad, R , de Parts. 1770.
Rots in ’c Meirtje van Rokanje by den Inlei-
Briel doch inzonderheid uit de Verfteeningen DING*
der Karlsbad - Wateren in Bohemen , t’over
blykbaar is. Dit alles moet aan vreemde
Kalk of Aardachtige Stoffen , welken het
Water opgenomen h e e ft, en die mooglyk
door eenig Zout of Zuur daar mede verbonden
zyn en tot doorlehynendheid gebragt, worden
töegefchreeven.
Zo blykbaar, nu , als het aan den anderen Dient tot
kant is , dat het Water tot famenbinding der
Aarddeelen dient ; zo onbetwistelyk is het
dat de Lighaamen der Planten en Dieren door
hetzelve gevoed worden. Verfcheide Ondervindingen,
van vroeger en laater tyd , toonen,
dat Planten gevoed worden door enkel W a ter.
Dat veele Diertjes ook van enkel W a ter
leeven , is te minder onwaarfcbynlyk, nu
men een Vrouwsperfoon eenige Jaaren niets
dan VloeiftofFen heeft zien nuttigen (h). Maar
men zal dit niet kunnen nalaaten toe te fchry-
ven , aan de Olie , Zout- en Aarddeeltjes,
die ’er in het Water zyn. Hoe veel millioe-
nen Zaadjes van byna ODzigtj?aare Diertjes,
Mos- en Schimmelplantjes , zyn niet in hetzelve
? Welk een onderfcheid tusfchen gekookt
en raauw W a te r , op den Smaak ?
In
(h) Fjl. Jac Voetelen, Med. Doft. Diafribe, Memo-
rabilem feptennis A po fata. biftoriam exhihns, Lugdb. & Ui*
tiaj. Anno 1777. Oftavo.