I. Afdeel.
II. Hoofd
stuk.
jj zo in Gezondheid als in Ziekte, ten opzigt
,, van de Werkingen, die tot het Leven, de
,, Zintuigen en Voeding dienen, waargenomen.
„ En fchoon z y , op een zelfden tyd, deKin-
„ derpokjes en Mazelen gehad hebben, waren
„ de overige Lighaamskwaalen hun niet gemeen.
„ Terwyl Judith de Stuipen kreeg, hadt Hele-
„ lena daar geen aandoening noch verzwakking
„ van. Helena, wederom, kreeg Pyn in dezy-
„ de, Judith hadt een goedaartige Koorts. De
„ eene kreeg de Hoeft, Verkouwdheid, ’t Ko-
„ lyk; terwyl de andere gezond bleef. Hier-
„ om werdt ook ieder , naar haaren verfchil-
„ lenden toeftand, met verfchillende Genees-
„ middelen behandeld; doch de Aderlaatinuo
„ deedt men altyd in de gezondfte en kloekfte
„ van Geftel.
,, In ’t zeftiende Jaar des Ouderdoms van dee-
„ ze Zufters kwamen de Stonden voor den dag,
„ die z y , daar na, haar geheele Leven, doch
„ niet om gelyken tyd , even fterk o f op de
„ zelfde manier , gehad hebben. Somwylen
„ hadt een van beiden ’er meer Ongemak van
„ dan de andere: doch Judith was meer aan
„ Stuipen onderhevig , en hadt dikwils Be-
„ naauwdheden en Borftkwaalen. In ’t twee-
„ en-twintigfte Jaar van haaren Ouderdom, te
„ weeten den 8 February 1723, kreeg Judith
„ zwaare Stuipen, en bleef naderhand in een
„ Slaapziekte , tot den 23 van die Maand ,
„ wanneer zy ftierf. Geduurende die Dagen
kreeg Helena een Koortsje., en haar kwamen i .Afdef.l.
” dikwils Flaauwten over , die haar eindelyk I I . H o o f d -
„ zo verzwakten, dat z y , fchoon met volko-
,, men kennis en fpraak, fchielyk, drie Minuu-
„ ten eer dan Judith, begon te zieltoogen; tot
„ dat zy beiden, na een korte worfteling met
„ de dood, als op één oogenblik, «den Geeft
„ gaven.
„ In ’t ontlceden der Lighaameh bevondt men Oatleeding
„ dat elk haare byzondere Ingewanden had. In
,, Helena was alles gezond; doch in de Borft
„ van Judith was het Hart al te groot, bekleed
„ met een zeer fterk Hartzakje en de regter
„ kwab van de Long rottig. De Groote Slag-
„ ader en Hol-ader, uit de beide Harten ko-
„ mende, werden| eer zy zig in de Darm-beens-
Slagaderen en''Aderen* verdeelden, meteen * A r te n * 55 ö i i 5 C7* y L-
,, bogt vereenigd, en vertoonden, als t ware, [jaC€
„ één Slag-aderf en één Hol-ader § , uit het eene j Aorta
„ Hart naar het andere voortgaande o f omge- §***»* *y*
,, boogen. In den Buik waren , in beide de
„ L/ighaamen, alle Ingewanden gezond en vol-
„ komen: ieder hadt zyn eigen Lever, Milt,
„ Alvleés , Nieren, Waterblaas, Lyfmoeder
„ en Eijerneften, Fallopiaanfche Trompetten
,, en een gedeelte van de Scheedcn, dewelken,
„ van beide zyden famenkomende, ééne ge-
„ meene Scheede uitmaakten. De uitwendige
„ Schaamdeelen waren , behalve de gemeene
,, opening van de Scheede , in ieder byzon-
I . D k e u 1 S t u k . ^ 5