3 3 2 B E S C H R W Ï N G V A N D E N
JvAf'DÊEL.drie Span, dat op zyn vyfde Jaar reeds Kinde?
4H.Hooro.ren voortteelde en op het agtfte begon oud te
8Tt’K>. worden. Zy voerden dien naam van een Griekfch
■ Woord , ’t welk een Cubitus betekent, als
Menfchen van maar een Elle hoog. Een der
Wefter-Eilanden van Schotland, daar men
.weleer een klein foort van Menfehen-Beenderen
gevonden heeft, is deswegens het Pygmêen- o f
Dwergen Eiland genoemd geweeft.
DeTroelo- • De oude Schryvers fpreeken ook van zeker
A*1 d* Mc 5 ^ we^ zYne Woonplaats in onderaardfeh^
tchen. Holen houdt, en deswegens den naam van Tro*
glodyten voert. J ïlianus en Solinus hebben
van onderaardfche Menfchen , aan de Roode
Z e e , melding gemaakt. De Troglodyten in
iEthiopie, zegt Plinius , maaben Holen om in
te woonen; zy leeven van Slangen-Vleefch,
en hebben een fchor geluid, geenfpraak. Pater
K ircherus verhaalt, dat hy, inden Jaare 1637
op ’t Eiland Maltha zynde, aldaar zig begeven
heeft in ,een Spelonk, daar dergelyk Volk woon*
de, in een Berg by Bosquet, zynde een van
4 es Groot - Meefters Lufthuizen. Hy vondt
.’er een groote menigte, Mannen, Vrouwen,
Jongetjes en Meisjes, op zyn boers gekleed.
Men zag, in dit Hol, Bedftcden, in de Rots
uitgehouwen, Kasjes om Brood en Kaasteber-
.......... gen, 'Stallingen voor Koeijen, Schaapen, E-
.. zeis en ander Vee, als ook Hoenderkotten;
Ovens om Brood te bakken en Potten om Water
in te bergen. De Manluy gingen dagelyk?
bui-
S Jf T E R O F B O S C H-M E N S C H.
buiten,om'het Land te bouwen en de Vrugten I.Afdmu
in te zamelen, terwyl het Vrouwvolk in deiILHaom-
Spelonk bleef, alwaar zy eenig Licht kreegen
door de Spleeten der Rotfen, by ’t welke zy
haar Huiswerk konden doen. Die Menfchen
waren groot van Lighaam en fterk, leevende
lang, zo men hem verhaalde, en de Vrouwluy
niet onbevallig van Gelaat. Z y komen zegt hy
in de Stad ter Markt, doch vertoeven ’er niet
lang, begeevende zig aanftonds weer naar hunne
Hólen. Z y eeten geen Vleefch, zegt hy i
leevende alleen van Brood , Melk , Kaas en
Aardvrugten. De Taal was zuiver Arabiich,
en dergelyke Menfchen werden ook in eene
Spelonk op ’t Eiland Gozo, by Maltha, gevon-
den. In ’t Jaar 1659 den Kerkelyken Staat
doorreizende, zag hy in een Veld by Viterbs
Rook uit den Grond opgaan, ’t welk hy in ’t eerft
meende dat Zwavelgroeven waren, doch by onderzoek
bevondt een onderaardfeh Dorp te zyn
Meonianum genaamd, onder ’t Gebied van den
Vorft C a m il l o P a m p h i l i ; welks InwoonerS
zig met den Landbouw bezig hielden.
In dit Verhaal van K ir ch e r u s , hoe veelê
•Fabelen hy ook anders befchreeven heeft, fteekt
geene ongeloof baarheid ter wereld. Hoe ge-
makkelyk is ’t te begrypen, dat in de Landen, d a*
dergelyke Spelonken zyn , Menfchen uit Armoede
, of om verdrukking en vervolging te
ontgaan, tot dezelven toevlugt neemen, en daar
in blyyen huisveften.- Óm niet te fpreeken van
1 t . De e i. i Stuk. • *d*f»*