V A N D E N M E N S C H. 149
cene fchranderheid in zyne Uitdrukkingen en Ant- T. Afmzu
woorden, 'die eenieder tot verwondering ftrekt. II. Hoofd-
Van volwaffen Menfchen, die aan elkander
gegroeid zyn, vindt men de Voorbeelden zcld- ichen aan
zaam. Meeftal fterven de Kinderen, die dus ter
Wereld komen, vroeg: zy zyn ook doorgaans,ö
in ’t een of ander opzigt, gebrekkelyk. Bar-
tholinus heeft in Dukfchland een Genueefch
Man gezien , van agt-en-twintig Jaaren oud,
wien zyn Broeder aan deBorftwasvaftgegroeid,
dien hy levendig met zig omdroeg en mei; zyn
Mantel bedekte; doch daar deeze Man van bekwaam
Statuur en goed Verftand was, hadthet
Schepzel, dat aan zyn Borfthing , geen kennis
ter Wereld, en-was zeer gebrekkelyk van Le- ,
demaaten , wordende alleen gevoed door de
Spys en Drank , welken deeze Man gebruikte
(*> Veel aanmerkelyker is het Vooibeeld
van dergelyk een famengroeijing van tweeMen-
fchelyke Lighaamen, die beiden tot volwaffen-
heid gekomen zyn. Het was een Tweeling van
de Vrouwelyke Sexe, den 26 Oktober des Jaars
1701, te Szony in Hongarie gebooren. De twee
Zuiders, met het onderfte van de Rug aan elkander
gegroeid, zyn, toen zy ( zes of zeven
Jaaren oud waren, door Holland, Engeland,
Vrankryk , Italië en byna geheel Europa, als
eene zeldzaamheid omgevoerd , en met veel
verwondering van iedereen befchouwd j maar
zelf*)
Barth. Rjtrior. Cent.I. Hift.öó.
1. Deel, i Sivk, • K 3